H3. Huidsoorten en huiddiagnose

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3

Huidsoorten en huiddiagnose

Tekst

Verschillende huidsoorten

Verschillende huidsoorten

Indeling naar hoeveelheid vocht en vet in huid:

- Normale huid: vocht- en vetbalans optimaal.

- Droge huid: voelt droog en trekkerig aan, en kan schrale, schilferige plekken vertonen.

- Vette huid: glanst en bevat ook vaak mee-eters en puistjes.

- Gecombineerde huid: heeft 2 kenmerken van huidsoorten. Bijv. droge wangen en een vette T-zone. 

Verschillende huidsoorten

Extra omschrijvingen voor de huid:

- Gevoelige huid: Een, meestal droge, huid die heftig reageert op invloeden van buitenaf.

- Acne huid is een huid waar altijd puistjes en/of mee-eters op zitten.

Welke huidsoort heb jij denk je?

Huiddiagnose, Huidanalyse

De diagnose of analyse van de huid wordt uitgevoerd om de juiste behandeling te kunnen kiezen

Huiddiagnose / huidanalyse

De volgende drie stappen volg je:

1. Anamnese: Je brengt de voorgeschiedenis en de gewoontes van de cliënt in kaart.
   
2. Inspectie: Je bekijkt de huid en stelt een diagnose.
   
3. Palpatie: Je betast de huid en stelt een diagnose.
   

Anamnese

Anamnese: 

Je vraagt allerlei persoonlijke zaken voor een klantenkaart/klantenbestand.

Aandachtspunten:

• Leg uit waarom je de vragen stelt.
  
• Zorg dat de patiënt zich prettig voelt.
  
• Leg uit wat je met de gegevens doet.
  
• Toon begrip als de klant geen antwoord wil geven.
  

Inspectie

Met een loeplamp vergroot je het zicht op de huid.

• Allereerst bepaal je de huidsoort.
  
• De doorbloeding van de huid.
  
• Rimpels
  
• Afwijkingen-aandoeningen van de huid: 
• pigmentvlekken, teleangiëctastieën, overbeharing, comedonen, milia
  

Palpatie

Je betast de huid, dit vult aan wat je bij de inspectie hebt waargenomen:

• Vochtgehalte van de huid
• Doorbloeding van de huid
• Stevigheid van de huid

Belangrijk!

Geeft uitleg waarom je bepaalde vragen stelt! 

Waarom je naar de huid kijkt+ waar je op let. 

Leg uit wat je met de gegevens doet. 

Zorg ervoor dat iemand zich op zijn/haar gemaak voelt. 

Nog even kort herhalen

Mila = gertsenkorrel

Comedonen = mee- eter

pigmentvlekken = concentratie van pigment in de huid

Teleangiëctastieën= blijvend verwijde bloedvaatjes onder de huid

Overbeharing = haren die langer, donkerder en dikker zijn en op plaatsen zitten waar ze niet horen.

Voordat je een huiddiagnose kunt stellen, doe je eerst een oppervlaktereiniging! 

De huid en de zon 

De zon kent grofweg 3 soorten straling:

• infrarode straling(zorgt voor warmte)
• licht, hierdoor kan je alles om je heen zien
• UV-A en UV-B (Ultraviolet straling)

Zelfstandig aan de slag

Maak alle opdrachten bij hoofdstuk 3

( blz. 169 t/m 189)

Praktijkopdracht 3: deelopdracht 1.01(Blz.43)

deelopdracht 2.01 (blz. 45)

( voer je uit in de beautysalon)