12.3 Voedselvertering [les 1]

Welkom
Telefoons weg
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoons weg
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk dinsdag 21 november

Samenvatting/begrippenlijst van deze Lessonup maken
Huiswerk voor deze les:
Maken basisvragen 12.2

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis. Wat is verteren? (R)

Slide 4 - Question ouverte

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren? (R)
WEL verteren
NIET verteren
glucose
vetten
zetmeel
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 5 - Question de remorquage

Leerdoel 1

Je kent alle organen van het verteringsstelsel en weet in welke volgorde voedsel door de organen gaat

Slide 6 - Diapositive

Noem zo veel mogelijk organen van het verteringsstelsel

Slide 7 - Question ouverte

Vertering
Vertering is het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten.
Verteringsklieren maken verteringssappen:
  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever en alvleesklier
  • darmsapklieren (in de dunne darm)
Deze sappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten. 
Die laatste worden vanuit de dunne darm opgenomen in het bloed.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Leerdoel 2


Je kent de verschillende soorten vertering en kan in een context de juiste soort bepalen


Slide 10 - Diapositive

vertering
doel = voedingsstoffen klein genoeg maken om op te nemen in bloed

mechanische vertering = kauwen/ kneden (fysiek kleiner maken/ mengen)

chemische vertering = enzymatische vertering - enzymen knippen te grote voedingsstoffen kleiner

alles wat bruikbaar is neem je op in je darmen, restanten (onverteert/onverteerbaar) poep je uit

Slide 11 - Diapositive

Enzymen staan centraal bij het verteren. De ruimtelijke structuur van een enzym bepaalt de werking.
a) Bij welke vorm van verteren horen enzymen?
b) Hoe heet het van vorm veranderen van een enzym waardoor het niet meer werkt? (R)

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent het dat enzymen specifiek werken? (R)
A
Een enzym kan maar bij één temperatuur werken
B
Een enzym kan maar bij één zuurgraad werken
C
Een enzym kan maar één substraat afbreken
D
Een enzym kan maar één keer gebruikt worden

Slide 13 - Quiz


Door kauwen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot. Waarom?
A
Speeksel werkt beter in op het voedsel
B
Proef je meer smaak
C
De maag werkt daardoor beter
D
De dunne darm werkt daardoor beter

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van zetmeel (koolhydraat)

Slide 15 - Quiz

Slikken en ademen
Hoe zorgt het lichaam ervoor dat eten niet je luchtpijp ingaat?

Hoe zorgt het lichaam ervoor dat lucht voornamelijk je slokdarm ingaat?


Nummer 1 & 2
Nummer 1 is je huig. Deze sluit tijdens het slikken zodat je voedsel niet je neusholte ingaat.

Nummer 2 is je strotklepje. Deze sluit tijdens het slikken zodat je voedsel niet je luchtpijp ingaat.

Slide 16 - Diapositive

Wat gebeurt er als je teveel lucht 'inslikt'?

Slide 17 - Question ouverte

In de slokdarm vindt ook vertering plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De maag
Voegt maagsap en maagzuur toe

Maagsap bevat enzymen die eiwitten verteren

De maagportier laat gedeeltes van de voedselbrij af en toe door

Slide 19 - Diapositive


Lees de tekst hiernaast door.

Gieren hebben in hun maag een extreem lage pH.
Leg uit waarom dit functioneel is voor de voedingswijze van de gier.

Slide 20 - Question ouverte


Wat is de functie van maagzuur?
A
Bevat enzymen die vetten verteren
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Bevat enzymen die eiwitten verteren

Slide 21 - Quiz

Verwerkingsvragen


- Maak een samenvatting en/of begrippenlijst LessonUp 12.1 les 1


Klaar? --> Maak de toetsvragen bij 12.2
Hint. Maak van de leerdoelen een vraag. Het antwoord hierop wordt dan automatisch je samenvatting.

Slide 22 - Diapositive