H5.1 thuis met elkaar.

• Verzorging
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 5, thuis in je huis

5.1 thuis met elkaar

huishouden

Je leeft samen met je ouder(s) of verzorger(s). 

Misschien ook broers en zussen

Een huishouden is een groep mensen die samenwoont. 

vormen van huishoudens

samenwonen 

lat - relatie

alleenstaand of single

manieren van samenleven

• Gehuwd samenwonen
• Ongehuwd samenwonen
• Als er kinderen zijn, noem je dat een gezin. 
• Een ouder en een of meerdere kinderen? dat noem je een een-ouder gezin. 
• Soms wonen kinderen samen met hun eigen ouder en een stief ouder. Dat noem je een samengesteld gezin
• grootfamilie: als de grootouders ook bij het gezin wonen
• alleenstaande mensen kunnen ook samenwonen in een woongroep. Er is dan geen liefdes relatie.

vroeger

Bijna elk gezin had een vader, moeder en kinderen

Mannen verdienden het geld

Vrouwen deden het huishouden

Opa en oma woonden bij het gezin

nu

Meer vrouwen hebben een baan buitenshuis

Meer mannen doen het huishouden

Er zijn meer kleinere gezinnen

Er zijn meer eenoudergezinnen

En er zijn meer mensen die alleen wonen

Oudere mensen wonen vaker alleen. 

ouderen die alleen wonen

Thuiszorg

Aanleunwoning

emancipatie

Een groep die eerst minder rechten had, krijgt nu meer rechten: 

Je recht is wat je wel en wat je niet mag doen

Je plicht is wat je wel en niet moet doen

voorbeelden van emancipatie van de vrouw

vrouwen gaan studeren

vrouwen kunnen in militaire dienst

vrouwen voeren dezelfde beroepen uit als mannen

vrouwen hebben dezelfde rechten als mannen: 

hetzelfde loon, gelijke behandeling op het werk, recht om te stemmen, elke baan te kiezen, om na het huwelijk door te werken etc. 

zorgtaken en rolgedrag

zorgtaken: alle taken waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden. 

rolgedrag: je doet wat er van je verwacht wordt

sommige verschillen tussen mannen en vrouwen zijn aangeleerd: thuis, op school en op tv. 

meer vrouwen werken in deeltijd, dit verschil wordt kleiner. 

opdracht voor vandaag

lees blz. 190 t/m 203 nog een keer rustig door. 

maak de volgende opdrachten: 1 t/m 7