Herhalingsles hoofdstuk 1

Pak je spullen

  • je laptop (dicht).
  • Rekenmachine
  • Pen
  • Boek (dicht)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo lwoo, b, kLeerroute VLLeerroute VBLeerroute VKLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pak je spullen

  • je laptop (dicht).
  • Rekenmachine
  • Pen
  • Boek (dicht)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen
B
Diensten
C
Geld
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven, zoals voedsel, kleding, woonruimte en gezondheidszorg.
Het kopen van producten.
Alles wat je kunt vastpakken. Bijvoorbeeld je mobiele telefoon.
Alles wat iemand voor je doet. Bijvoorbeeld de fietsenmaker die je fiets maakt. Of de kapper die je haar knipt.
Alles wat je graag zou willen hebben, maar niet persé nodig is.
Basisbehoeften
Consumeren
Goederen
Diensten
Overige behoeften

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door iemand anders

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noteer je het geldbedrag: Duizendvijftig euro en negentien cent
A
€10,050.91
B
10.050,19
C
€1.050.91
D
€1.050,19

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe Ruil
Indirecte Ruil
Chartaal Geld
Giraal geld

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de plaatjes naar de juiste vakkken.
Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op de bankrekening krijg je € 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.

Wat wordt je nieuwe saldo?

Slide 9 - Question ouverte

€ 15 + € 10 - € 7,50 = € 17.50
Wat is een basisbehoefte?
A
alle behoeften waar mensen in voorzien
B
alles wat je echt nodig hebt om te kunnen leven
C
alles wat je leven leuker of makkelijker maakt
D
alles wat je nodig hebt en wat je graag zou willen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn enkele redenen waarom mensen verschillende behoeften hebben?
A
verschil in geslacht
B
verschil in smaak
C
verschil in leeftijd
D
verschil in budget

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ichthus college heeft 640 leerlingen. Van hen doet 45% vmbo Hoeveel leerlingen zijn dit?

Slide 12 - Question ouverte

€ 48 : 100 x 85 = € 40,80
consumentenorganisaties 
vergelijkend warenonderzoek
deugdelijk product
garantie 
De zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is. 
Een product dat bij normaal gebruik een redelijk tijd meegaat
Organisaties die de consument steunen. Bijvoorbeeld de consumentenbond
Test waarin de producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderwerp vond je lastig en moet je nog goed oefenen?
Deugdelijk product/ vergelijkend waren ondz.
Procentsommen
Indirecte en directe ruil
Saldo berekenen
Zelfvoorziening

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions