Wie ben ik en wat kan ik/Les 2: Welke beroepscompetenties beheers jij?

• LOB
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 3

 Welke beroepscompetenties beheers jij?

Na deze les kun je:

• aangeven welke competenties in elk beroep belangrijk zijn;
• aangeven in hoeverre jij die competenties al beheerst;
  
• tips verzamelen om beter te worden in de competenties die je nog niet beheerst.

Een competentie

bestaat uit wat je weet,

wat je kunt en hoe je

je gedraagt!!

Er komen nu een aantal competenties voorbij, 

jullie gaan mij vertellen of je de competentie bij elke beroep moet kunnen of niet....

Samenwerken

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Timmeren

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Iets duidelijk kunnen uitleggen

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Met computers kunnen omgaan

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Presenteren

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Informatie opzoeken

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Dieren verzorgen

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Autorijden

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Rekenen

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Gereedschap gebruiken

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Plannen

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Verkopen

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Iets monteren

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Koken

1. moet je bij elk beroep kunnen
2. dit hoef je maar voor sommige beroepen te kunnen

Samenwerken
Ik werk het liefst in een groepje.
Ik doe altijd actief mee als ik een opdracht samen met anderen maak.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Plannen en organiseren

Ik werk het liefst met een planning, dat is het halve werk!

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Beslissen en acties ondernemen

Ik maak snel en makkelijk keuzes.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Verstandig handelen

Ik luister goed naar anderen voordat ik reageer.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Omgaan met veranderingen

Ik vind het niet erg als iets anders gaat dan ik had verwacht.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Ondernemend zijn

Ik stap makkelijk op mensen af, bijvoorbeeld om hulp te vragen.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Presenteren

Ik vind het leuk om voor een groep te spreken.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens

Reflecteren en evalueren

Als ik iets gedaan heb, bedenk ik wat goed en minder goed ging.

1. helemaal mee oneens
2. mee oneens
3. mee eens
4. helemaal mee eens