3.4 Steeds meer produceren?

Klas 5 - basis
H3.4 Steeds meer produceren?
Toets: Maandag 2 oktober

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klas 5 - basis
H3.4 Steeds meer produceren?
Toets: Maandag 2 oktober

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vorige leerdoelen 3.3
- Je leert wat btw is. 
- Je kunt de consumentenprijs berekenen.
- Je kunt berekenen inclusief en exclusief btw.

Slide 3 - Diapositive

Coen koopt voor € 2,99 een doosje frambozen (inc 6% btw). Wat is de verkoopprijs exclusief btw
A
2,47
B
3,17
C
2,82
D
3,62

Slide 4 - Quiz

Yoshua koop een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen 3.4
- Je bekijkt hoe bedrijven meer producten verkopen.
- Je weet hoe bedrijven meer kunnen produceren.
- Je weet welke voordelen en nadelen zijn van meer productie.

Slide 6 - Diapositive

Waar gaan we het deze les over hebben? 

1. Arbeidsproductiviteit 
2. Productcapaciteit 
3. Maatschappelijke kosten
4. Maatschappelijke opbrengsten 

Slide 7 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit 
De productie per werknemer in een bepaalde tijd. 
Met een hogere arbeidsproductiviteit kun je: 
- Met evenveel mensen meer produceren
- Evenveel produceren, maar dan met minder mensen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Een arbeidsproductiviteit kan toenemen door: 
- Technologische ontwikkelingen: Automatisering, machines
- Arbeidsverdeling: Het werk wordt zo goed verdeeld dat iedereen doet waar hij goed in is)
- Scholing: Beter opgeleide mensen kunnen beter presteren 
- Prestatiebeloning: Wie beter of meer werk levert, krijgt meer betaald. 
- Betere arbeidsomstandigheden: Mensen die werken in een gezonde en veilige omgeving presteren beter. 

Slide 10 - Diapositive

Rekenopdracht: 
Arbeidsproductiviteit = totale productie in een periode : aantal werknemers 

Een bedrijf maakt 100 fietsen per week. Zij hebben 20 werknemers die 5 dagen per week werken. 

Wat is de arbeidsproductiviteit per dag van 1 werknemer? 

100 fietsen : 20 werknemers = 5 fietsen per week per werknemer
5 fietsen per week / 5 dagen = 1 fiets per dag per werknemer

Slide 11 - Diapositive

In een G star fabriek worden per week 16.000 overhemden geproduceerd. De fabriek heeft 40 werknemers en produceert 5 dagen per week.
Bereken de arbeidsproductiviteit per dag
A
80
B
400
C
8
D
100

Slide 12 - Quiz

Om 10 broeken te maken op een dag, zijn eerst 2 werknemers nodig. Door scholing kan 1 werknemer nu in 1 dag 10 broeken maken.
De arbeidsproductiviteit is:
A
Toegenomen
B
Afgenomen

Slide 13 - Quiz

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, zullen de productiekosten per product .......
A
dalen
B
stijgen
C
gelijk blijven
D
verdwijnen

Slide 14 - Quiz

Een gemiddelde werknemer maakt 5 fietsen in een week. Je krijgt een bonus van €50 als je 7 fietsen per week maakt.
De arbeidsproductiviteit neemt hier toe door:
A
Scholing
B
Technologische ontwikkelingen
C
Betere arbeidsomstandigheden
D
Prestatiebeloning

Slide 15 - Quiz

Productiecapaciteit
  • Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

    De productiecapaciteit wordt bepaald door:
    - het aantal mensen dat bij het bedrijf werkt;
    -het aantal uren dat zij werken;
    - de machines (kapitaalgoederen) die worden gebruikt.

Slide 16 - Diapositive

Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke opbrengsten

Slide 17 - Diapositive

Maken:
Paragraaf 3.4. 
Heel deze week de tijd voor.

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting
- Je bekijkt hoe bedrijven meer producten verkopen.
- Je weet hoe bedrijven meer kunnen produceren.
- Je weet welke voordelen en nadelen zijn van meer productie.

Slide 19 - Diapositive