Paragraaf 7.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 7 Nederland handelsland

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen de stof van de vorige les
2.  Nieuwe stof behandelen
3. Huiswerk opgeven
4. Werken aan huiswerk

Herhalen theorie vorige les

1. Wat zijn protectiemaatregelen? En welke kennen we?
   
2. Wat doet de Europese Centrale Bank?
3. Wat is ook al weer wederuitvoer?
4. Hoe bereken je de import of exportquote?
5. Wat is het verschil tussen een open en een gesloten economie?
6. Waarom moeten wij producten importeren?
7. Wanneer heb je een overschot op de betalingsbalans? 
8. Welke 3 soorten vrijhandel kennen we?

Theorie van paragraaf 7.4

Zorg dat je aantekening maakt als je denkt dat je het niet weet. Aan het einde van de les:

1. Weet je waarom internationale handel steeds toeneemt.

2. Weet je welke gevolgen dat heeft voor de werkgelegenheid.

3. Weet je hoe Nederland concurrerend kan zijn en blijven.

Voordelen vrijhandel

Landen gaan zich specialiseren in een bepaald onderdeel van het productieproces. 

Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.

Arbeidsverdeling

Ieder zijn eigen taak: werk verdelen over verschillende personen. 

Als iedereen geschikt is voor zijn of haar taak verloopt het werk snel en goed.

Nadeel vrijhandel

Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven failliet gaan.

internationale concurrentiepositie

Een goede internationale concurrentiepositie voor Nederland betekent dat we een goede kwaliteit aan producten aan het buitenland leveren, tegen een lage prijs.

Protectiemaatregelen door het westen is....voor ontwikkelingslanden

1. Voordelig
2. Nadelig

Wat hoort bij vrijhandel?

1. Contingentering
2. Exportsubsidie
3. Importheffing
4. Geen belemmeringen

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel.

1. waar
2. niet waar

Wat gebeurt er met de prijs van een product als de producent exportsubsidie krijgt?

1. Wordt hoger.
2. Wordt lager.

Wat is geen vorm van internationale handel?

1. Nederland verkoopt aan China.
2. Duitsland koopt van Nederland.
3. Brussel koopt van Londen.
4. Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Een voordeel van meer export is ...

1. dat de werkgelegenheid daalt.
2. dat de werkgelegenheid stijgt.

Hoe noemen we invoerrechten, contingentering en exportsubsidie samen?

1. Vrijhandel
2. Internationale regelingen
3. Protectiemaatregelen
4. Importvergoedingen

De EMU-landen zijn hetzelfde als de landen in de eurozone.

1. waar
2. niet waar

Aan de slag

Wat: Maken paragraaf 7.4

Ben je klaar? Leer dan vast de begrippen

van 7.1 en 7.2