§3.4 - Resultaten en conclusie: meten is weten!

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen, startklaar.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §1.2 - Je omgeving ontdekken
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Ik kan uitleggen hoe ik de omgeving kan bestuderen.
- Ik kan met behulp van schematische en natuurgetrouwe tekeningen vastleggen wat ik heb gezien.
- Ik kan organismen indelen en de naam opzoeken.

Huiswerk
Lezen (Lz) §1.3
Maken (Mk) §1.2

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen, startklaar.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §1.2 - Je omgeving ontdekken
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Ik kan uitleggen hoe ik de omgeving kan bestuderen.
- Ik kan met behulp van schematische en natuurgetrouwe tekeningen vastleggen wat ik heb gezien.
- Ik kan organismen indelen en de naam opzoeken.

Huiswerk
Lezen (Lz) §1.3
Maken (Mk) §1.2

Slide 1 - Diapositive

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: meetmethoden, variabele, controle-experiment, experimenteel onderzoek, beschrijvend onderzoek, tabel, diagram, onafhankelijke variabele, afhankelijke variabele, lijndiagrammen, grafieklijn, meetgegevens, staafdiagrammen, sectordiagram, placebo.
  • Je kunt de inhoud van de leerdoelen aan een ander uitleggen.
  • Je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken.
  • Je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling: Validiteit en betrouwbaarheid
  • Valide: heb je onderzocht wat je wilde onderzoeken? Was de gebruikte methode correct?
  • Betrouwbaar: als je het onderzoek met een willekeurige groep herhaalt, krijg je dan dezelfde uitkomsten? 


--> Waarborgen kwaliteit van je onderzoek!

Slide 3 - Diapositive

Herhaling: een valide onderzoek
1: Het belangrijkste is dat je methode en resultaten een antwoord kunnen geven op je onderzoeksvraag.
2: Neem 1 variabele om te onderzoeken.
3: Maak waar mogelijk gebruik van een blanco/controlegroep
(dat is een groep waar dezelfde metingen aan worden gedaan, alleen krijgt deze groep geen 'behandeling').

Slide 4 - Diapositive

Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's. Is dit onderzoek valide? En is dit betrouwbaar?
A
Niet valide en niet betrouwbaar
B
Wel valide maar niet betrouwbaar
C
Niet valide maar wel betrouwbaar
D
Wel valide en wel betrouwbaar

Slide 5 - Quiz

Stel ik wil weten of paracetamol echt werkt. Ik geef 200 mensen met hoofdpijn 500 gram paracetamol en 200 mensen een placebo. Daarna moeten ze aangeven hoeveel de hoofdpijn minder is geworden.
Waarom gaf ik één groep een placebo?
A
omdat er anders geen resultaten zijn om conclusies te trekken
B
omdat ik dan de resultaten kan vergelijken om te zien of het werkt
C
omdat mensen anders misschien denken dat het werkt, en daardoor minder hoofdpijn hebben
D
die placebo is niet nodig in dit experiment, dit is een strikvraag

Slide 6 - Quiz

Probleem:
Als ik de mensen een placebo geef, dan weet ik dat. Als onderzoeker beïnvloed ik ongemerkt de proefpersonen. Dus het beste zou zijn als ik niet weet aan welke mensen ik de placebo geef.
Dit heet: DUBBELBLIND ONDERZOEK
(Er is dan natuurlijk een derde persoon nodig  die het wel weet.)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Herhaling: een valide onderzoek
1: Het belangrijkste is dat je methode en resultaten een antwoord kunnen geven op je onderzoeksvraag.
2: Neem 1 variabele om te onderzoeken.
3: Maak waar mogelijk gebruik van een blanco/controlegroep
(dat is een groep waar dezelfde metingen aan worden gedaan, alleen krijgt deze groep geen 'behandeling').

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Werkplan deel 2

Slide 16 - Diapositive

Waarom zijn deze diagrammen niet helemaal goed?
Resultaten

Slide 17 - Diapositive

Waarom zijn de diagrammen van de voorgaande dia niet helemaal goed?

Slide 18 - Question ouverte

Variabelen + assen benoemen
De afhankelijke variabele is de lengte. Die hoort inderdaad  op de Y-as.
De onafhankelijke variabele is de temperatuur.  Die hoort op de X-as (en dus niet de tijd).
En bij de assen stond geen grootheid en eenheid, dus dat was ook nog fout!

Slide 19 - Diapositive

Waarom een lijndiagram?

Slide 20 - Diapositive

Waarom een lijndiagram?
Omdat er ook waarden bestaan tussen 12 en 14 graden. En tussen 14 en 6 graden. En die kan je in een lijndiagram goed aflezen. Een staafdiagram is bedoeld voor categorieën (zoals bij de vraag: welk soort kattenvoer lusten katten het liefst?)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Vooruitblik
§3.5
PO Osmose
Huiswerk
- Mk. §3.3 en 3.4

- Lz. §3.5

Aan de slag
- Mk. §3.3 en §3.4
- Lz. §3.5
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten/Mindmap maken
- Oefenen op www.biologiepagina.nl

Slide 24 - Diapositive