2.1 Informatieve teksten luisteren

H2 LEZEN, LUISTEREN, KIJKEN

2.1 INFORMATIEVE TEKSTEN
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

H2 LEZEN, LUISTEREN, KIJKEN

2.1 INFORMATIEVE TEKSTEN

Slide 1 - Diapositive

Lezen jullie graag?
JA
NEE
SOMS

Slide 2 - Sondage

Wat lezen jullie?

Slide 3 - Carte mentale

THEORIE

Slide 4 - Diapositive


DOEL
AAN HET EINDE VAN DE LES HERKEN EN BEGRIJP JE INFORMATIEVE TEKSTEN. DAARNAAST KUN JE DE WAARDE VAN INFORMATIE IN DIE TEKSTEN BEOORDELEN.

Slide 5 - Diapositive

Informatieve teksten?

Slide 6 - Carte mentale

Voorbeelden:
nieuwsberichten
uitleg van een docent
achtergrondverhalen
interviews
voorlichtingsfolders
studieteksten

Slide 7 - Diapositive

Doel van informatieve teksten
  • Uiteenzettend: de lezer/ luisteraar op een objectieve, zakelijke manier iets laten weten over een onderwerp of gebeurtenis 

bijv. Nieuwsberichten
  

Slide 8 - Diapositive

Doel van informatieve teksten
  • Beschouwend: de lezer/ luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen

 Documentaires en reportages

Slide 9 - Diapositive

Sommige informatieve teksten lees en kijk je voor je plezier (nieuws, weerbericht, filmoverzicht), maar veel informatieve teksten moet je lezen of bekijken (leestekst voor Nederlands, studietekst over je opleiding, post van je werkgever).

Slide 10 - Diapositive

VOORBEELDEN

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Informatieve tekst beoordelen

  • vraag jezelf af of de informatie actueel en betrouwbaar is
  • bekijk of de informatie niet te eenzijdig is
  • let daarbij goed op de bron van de tekst

Slide 14 - Diapositive

VRAGEN

Slide 15 - Diapositive

De meeste informatieve teksten zijn uiteenzettend en bevatten vooral meningen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quiz

Het doel van een beschouwende tekst is het informeren van de luisteraar, zodat hij zich een mening kan vormen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 17 - Quiz

Wat te doen:
Opdracht 1 t/m 4  in de les.
Thuis: kennismakingsbrief

VOLGENDE WEEK:
2.2 Instructieve teksten

Slide 18 - Diapositive