1HV 4.4 Schrijven: samengestelde zinnen

Nederlands
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat leer je nou ...... ???
4.4 Schrijven
1. Alineaopbouw: kernzin + uitleg/voorbeeld
2. Voegwoorden
3. Woordvolgorde in samengestelde zinnen
4. informatief artikel schrijven


Slide 4 - Diapositive

Fictielezen

Slide 5 - Diapositive

Creatief schrijven
Wat is het laatste woord dat je net in je boek gelezen hebt?
Zet deze in het midden van een blaadje en schrijf 1 minuut alle gedachten en associaties die je met dat woord hebt op. 

Slide 6 - Diapositive

Expertgroepen
Paragraaf 4.3 Lezen, de leestaak: 
Elk groepje bespreekt in 2 minuten de beste antwoorden van één vraag. Klaar? Vouw het bootje!

1= 14bc, 2 = 15b, 3 = 16a, 4 = 17a, 5 = 18a, 6 = 19a, 7 = 20a

Daarna presenteren de expertgroepen de antwoorden.





Slide 7 - Diapositive

Wat is een kernzin?

Slide 8 - Diapositive

De kernzin bevat de belangrijkste informatie in een alinea

  • In de eerste zin staat vaak de belangrijkste informatie, soms in de tweede of laatste zin.
  • Daaromheen een uitleg (= toelichting) of voorbeelden bij de kernzin.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn voegwoorden?

Slide 10 - Diapositive

Voegwoorden:

Slide 11 - Diapositive

Zinnen bouwen: enkelvoudig of samengesteld?


Een tekst met afwisselende korte en lange zinnen leest prettig.
Enkelvoudige zinnen plak je aan elkaar met voegwoorden tot samengestelde zinnen. Daardoor verandert soms de volgorde van de woorden in de zinnen.

Slide 12 - Diapositive

De enkelvoudige zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie. 
Hij houdt niet van science fiction.

 één persoonsvorm
 pv en o staan naast elkaar

Slide 13 - Diapositive

De samengestelde zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie, omdat hij niet van science fiction houdt.

--> meerdere pv's
--> voegwoord (doet vaak iets met de zinsvolgorde!)
--> pv en o soms los van elkaar

Slide 14 - Diapositive

In teksten wissel je korte en lange zinnen af, ook bij informatieve artikelen.
Wat voor soort informatie verwacht je daarin te vinden?

Slide 15 - Carte mentale

Informatief artikel
 De schrijver probeert meestal deze vragen te beantwoorden:

  1. Wat is er gebeurd?
  2. Wie heeft ermee te maken?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Waarom is het gebeurd?

Slide 16 - Diapositive

Tekstopbouw artikel
Titel: Zegt kort waar het artikel over gaat.
Naam schrijver: Staat vaak onder de titel.

Driedeling:
1. Inleiding: Onderwerp en 'binnenkomer' (aanleiding, anekdote, vraag)
2. Kern: Deelonderwerpen over het onderwerp, alles wat je wilt vertellen
3. Slot: Conclusie, samenvatting en/of advies

Slide 17 - Diapositive

Hamerslingeren

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Wat?
§4.4 Schrijven en formuleren: 6-10+ 12
Hoe?
Leerwerkboek + schrift
Hulp?
Boek --> klasgenoot --> Straver
Resultaat?
tijdsschriftartikel met kernzinnen, driedeling, titel en tussenkopjes
Leer-doel?
Samengestelde zinnen, voegwoorden, artikel
Klaar?
Taak, lezen

Slide 20 - Diapositive





Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?

Slide 21 - Diapositive

Wat weet je nu?

1. Alineaopbouw
2. Voegwoorden
3. Woordvolgorde in samengestelde zinnen
4. informatief artikel schrijven

Slide 22 - Diapositive

Einde van de les

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Toets bespreken!

Slide 26 - Diapositive

Beoordeel het sportartikel van je klasgenoot


  1. Lees het informatieve artikel.
  2. Schrijf een alinea waarin je het artikel beoordeelt. 
        Doe dat zo: Schrijf de kernzin en vul deze aan met een toelichting van                ongeveer drie zinnen.
    3. Lees en bespreek elkaars beoordeling.

Slide 27 - Diapositive

Tijdschriftartikel voor de mediatheek

Weet je al veel van bijvoorbeeld een boek, game, app of film?
Laat zien dat jij een expert bent en maak de lezer nieuwsgierig.
Schrijf daarover een informatief artikel.
(bladzijde 37)

Slide 28 - Diapositive