4.4 Schrijven: samengestelde zinnen - les 2

Leerdoel van vandaag bij 4.4
Je leert hoe samengestelde zinnen worden opgebouwd.

Je weet hoe de schrijftaak van 4.4 eruitziet > informatief artikel schrijven.




1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel van vandaag bij 4.4
Je leert hoe samengestelde zinnen worden opgebouwd.

Je weet hoe de schrijftaak van 4.4 eruitziet > informatief artikel schrijven.




Slide 1 - Diapositive

De kernzin bevat de belangrijkste informatie in een alinea

  • In de eerste zin staat vaak de belangrijkste informatie, soms in de tweede of laatste zin.
  • Daaromheen een uitleg (= toelichting) of voorbeelden bij de kernzin.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een voegwoord?
Geef drie voorbeelden.

Slide 3 - Carte mentale

Voegwoorden:

Slide 4 - Diapositive

Zinnen bouwen: enkelvoudig of samengesteld?


Een tekst met afwisselende korte en lange zinnen leest prettig.
Enkelvoudige zinnen plak je aan elkaar met voegwoorden tot samengestelde zinnen. Daardoor verandert soms de volgorde van de woorden in de zinnen

Slide 5 - Diapositive

Maak een samengestelde zin
(met voegwoord)

Slide 6 - Carte mentale

De enkelvoudige zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie. 
Hij houdt niet van science fiction.

 één persoonsvorm
 pv en o staan naast elkaar

Slide 7 - Diapositive

De samengestelde zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie, omdat hij niet van science fiction houdt.

--> meerdere pv's
--> voegwoord (doet vaak iets met de zinsvolgorde!)
--> pv en o soms los van elkaar

Slide 8 - Diapositive

Weet je nog? MEDOW!
De volgorde van de zin verandert NIET bij deze voegwoorden:
Maar - En - Dus - Of -Want 

Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar!

Slide 9 - Diapositive

En de andere voegwoorden?

De volgorde van de zin kan WEL veranderen bij deze voegwoorden:

Omdat, terwijl, om, doordat,zodat, zodra, als, toen, hoewel, tenzij, voor zover.

Het onderwerp en de de persoonsvorm staan uit elkaar.
Bijv.: Ik ga niet naar school, omdat ik me helemaal niet lekker voel.




Slide 10 - Diapositive

Maak een samengestelde zin
mét verandering van volgorde
in de tweede zin

Slide 11 - Carte mentale

Pak je boek B er even bij
En kijk op pagina 35
> opbouw van samengestelde zinnen
Dit is de leertekst bij deze les.

Slide 12 - Diapositive

Informatief artikel 4.4
Schrijftaak 4.4 (p. 37)

1. Lees de rode tekst op p. 37
2. Schrijf een informatief artikel met opdracht 13 t/m 16
3. Verwerk ook samengestelde zinnen in je artikel

Deadline: 17 mei 2024 > Magister Opdrachten

Slide 13 - Diapositive

Informatief artikel
oriënteren + voorbereiden
De schrijver verzamelt eerst deze informatie:
  1. Wat is er gebeurd?
  2. Wie heeft ermee te maken?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Waarom is het gebeurd?
    > schrijf vervolgens het artikel 
    (uitvoeren en het schrijven)

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag

Opdracht 1, 2, 3, 5, 7a, 8, 9 (weektaak)
Op maak alvast een begin met de schrijftaak.

Slide 15 - Diapositive

Einde van de les

Slide 16 - Diapositive