3 Coaching terugblik

• Toegepaste psychologie
• HBO
• Studiejaar 3

3 Coaching terugblik

Coaching = het zelfsturend vermogen van de ander stimuleren.

1. juist
2. onjuist

Coaching = het gesprek zo faciliteren dat de ander inzicht krijgt in zijn gedachten, gevoelens en gedragingen.

1. juist
2. onjuist

Coaching = een coachee behandelen met zeer aanwezige depressieve klachten.

1. juist
2. onjuist

De cont(r)actfase in coaching houdt in dat wederzijdse verwachtingen worden uitgesproken.

1. juist
2. onjuist

Een coachmodel is vooraf gestructureerde vragen die helpen voor een logische opbouw en focus in de sessie.

1. juist
2. onjuist

De R van het GROW-model staat voor

1. juist
2. onjuist

Als coach is het belangrijk om niet te vragen naar de interesses van de coachee, daar gaat het thema namelijk niet over.

1. juist
2. onjuist

Om een coachee te kunnen helpen, moet je eerst … je kunnen verplaatsen in de ander, inschatten hoe het is om de ander te zijn

1. juist
2. onjuist

“Ik moet wel”, reageert de coachee. Wat jij hierop kunt vragen, is “Wat gebeurt er als je het niet doet?”.

1. juist
2. onjuist

De Future Perfect helpt om inzicht te krijgen in hoe emoties werken

1. juist
2. onjuist

Een vraag die je stelt tijdens de Future Perfect, is wat is de eerste stap die je gaat zetten om daar te komen?

1. juist
2. onjuist

Fase 

Doelen stellen: schaalvraag

• Niet voor technische onderwerpen
• Wel: zelfvertrouwen, assertiviteit, omgaan met stress, ambities, etc.

Het verschil tussen een methode en een model is een coachmethode handelt vanuit een bepaalde visie op gedragsverandering en een model is enkel een instrument om gestructureerde vragen te stellen.

1. juist
2. onjuist

Oplossingsgericht coachen is een werkvorm

1. juist
2. onjuist

Oplossingsgericht = Methode

Een coachmethode sluit aan op de stijl van de coach die het uitvoert

1. juist
2. onjuist

Het toepassen van LSD wordt in coaching verstaan als een techniek (en geen methode, model of werkvorm).

1. juist
2. onjuist

De werkvorm ‘4G-schema’ heeft als doel
om de coachee inzicht te geven waar
hij invloed op heeft in eenzelfde situatie

1. juist
2. onjuist

Overtuigingen zijn gedachten die ons voelen en handelen bepalen

1. juist
2. onjuist

Belemmerende overtuigingen zijn makkelijk om te buigen.

1. juist
2. onjuist

Weerstand bij jouw coachee kan betekenen dat je als coach te snel gaat.

1. juist
2. onjuist

of spannend 

of werkvorm sluit niet aan (comfortzone) 

Om van een ervaring een leerervaring te maken reflecteer je tijdens een coachsessie op ervaringen

1. juist
2. onjuist

Evalueren doe je alleen aan het einde van een coachtraject

1. juist
2. onjuist