Basisstof 3: kruisingen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Basisstof 3: kruisingen

Programma

• Terugblik
• Lesdoelen
• Uitleg 
• Oefenen!
• Huiswerk!

Terugblik

Als het goed is ken je de begrippen:

• dominant
• recessief
• heterozygoot
• homozygoot.

Chromosomenpaar

Homozygoot of heterozygoot?

Even opfrissen :) 

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Snap?

😒🙁😐🙂😃

Dominant of recessief? 

Even opfrissen :) 

Dominant = deze eigenschap is altijd zichtbaar

Recessief = deze eigenschap is pas zichtbaar bij twee recessieve allelen 

Verschillende versies

Basisstof 3: kruisingen

Ledoelen

Aan het einde van de les kun...

• Je een kruisingsschema opstellen.
  
• Je bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.

Eigenschappen voorspellen

(voor volgende generaties)

Generatie = alle organismen in 1 laag van een reeks voortplantingen.

Generatie = alle organismen in 1 laag van een reeks voortplantingen.

Ouders P

Eerste generatie kinderen: F1

Tweede generatie kinderen: F2

Vraag

Hoe groot is de kans op een zwarte labrador bij de nakomelingen?

Aantekening:

Stap 1: genotype x genotype

Stap 2: welke geslachtscellen kunnen ze maken
Stap 3: kruisingsschema met mogelijke geslachtscellen
Stap 4: conclusie voor F1

Snap?

😒🙁😐🙂😃

Vraag

Hoe groot is de kans op een zwarte labrador bij de F1 nakomelingen? En bij de F2 nakomelingen?

Verhoudingen

Is één ouder heterozygoot (Aa) en de andere ouder homozygoot recessief (aa), dan krijg je de volgende genotypen, fenotypen en verhoudingen:

• genotypen Aa = 50%, aa = 50%
  
• verhouding genotypen Aa : aa = 1 : 1
  
• verhouding fenotypen 1 : 1
  

Zijn beide ouders heterozygoot (Aa), dan krijg je de volgende genotypen, fenotypen en verhoudingen:

• genotypen AA = 25%, Aa = 50%, aa = 25%
  
• verhouding genotypen AA : Aa : aa = 1 : 2 : 1
  
• verhouding fenotypen 3 : 1