H3 Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

HOOFDSTUK 3

• Week 11: oefenen tekstbegrip, oefentoets tekstbegrip
• 18 maart: VC2A groep B: toets tekstbegrip
• Week 12: VC2A  groep A: toets tekstbegrip en V2B groep A en B toets tekstbegrip. De thuisgroep gaat werken aan de boekopdracht en lezen tweede boek 
• Week 13: toetsweek: toets Nederlands hoofdstuk 3 zonder tekstbegrip
• Week 14 en 15: presentatie in de klas van je boekopdracht. En start hoofdstuk 4

Wat gaan we doen?

Wat gaan we doen?

• Opdrachten vorige les nakijken
• Spelling: wat weten jullie al?
• Uitleg nieuwe theorie
• Zelfstandig werken

Waarom schrijven we...
niet-roker

Waarom schrijven we...

niet-roker

Waarom schrijven we...
vwo-leerling

Waarom schrijven we...

niet-roker

Waarom schrijven we...
minister-president

Waarom schrijven we...

niet-roker

Waarom schrijven we...
?-teken

Waarom schrijven we...

niet-roker

Waarom schrijven we...
zee-eend en koffieautomaat

Waarom schrijven we...

niet-roker

H3 Werkwoordspelling

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd -d of -dt.

Ik weet wanneer ik bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd een -d of -dt schrijf.

😒🙁😐🙂😃

Vijf oefenvragen

Wat weet je al?

1. Dat meisje giechel... al als je haar aankijkt.

1. giechelt
2. giecheld
3. giecheldt

2. Ik ruik dat de pizza aanbran...

1. aanbrant
2. aanbrand
3. aanbrandt

3. Albert Heijn verbouw... de supermarkt alweer.

1. verbouwt
2. verbouwd
3. verbouwdt

4. Mel... jij even dat ik wat later komt?

1. melt
2. meld
3. meldt

5. Roken benadeel... je gezondheid.

1. benadeelt
2. benadeeld
3. benadeeldt

HOE ZIT DIT NOU?

TIP

Vervang de persoonsvorm door het werkwoord lopen of pakken.

Theorie (werkwoordsvormen)

De werkwoordsvorm is pv (persoonsvorm) --> goed opletten met d's en t's!

pvtt (tegenwoordige tijd) enkelvoud: altijd +t  --> jij loopt --> dus ook: jij vindt

                                                                                                --> hij/zij/het/u loopt 

                                                                                                --> dus ook: hij/zij/het/u vindt

         behalve: 1. onderwerp = ik                           --> ik loop    --> dus ook: vind ik

                            2. onderwerp = jij + dit staat                                                                                                         achter de persoonsvorm          --> loop jij    --> dus ook: vind ik

Theorie (werkwoordsvormen)

Tip: Hoor je niet of een ww-vorm op een t eindigt 

                       [bij werkwoorden eindigend op een d: vinden, bieden, raden etc.]

        vervang de ww-vorm het ww lopen. 

        Hoor je dan een t op het eind, dan schrijf je die ook!

                                        - Hij wordt morgen zestien en zij wordt morgen zeventien.

                                        - Hij loopt morgen zestien en zij loopt morgen zeventien.

[Vinden] jij ook dat we teveel huiswerk krijgen?

1. vind
2. vindt

Ondanks een lichte verkoudheid [bieden] zij hulp aan patiënten.

1. bied
2. biedt

Aan de slag!

• Nakijken opdracht 4 en 5 bladzijde 95
• Werk zelfstandig aan de opdrachten van Planning H3 Werkwoordspelling. 
• Maak startopdracht t/m opdracht 6. 

(of blz. 96 en 97 in je boek)

• www.beterspellen.nl
• Maak:

Spelling persoonsvorm tt

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-persoonsvorm-in-de-tegenwoordige-tijd3/

Schema ww-spelling

Ik weet wanneer ik bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd een -d of -dt schrijf.

😒🙁😐🙂😃