10.4 Hersenen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

10.4 Hersenen

Doelen

Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.

Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Hersenen

Onderdelen kennen + functies!

Hersenstam

geleidt impulsen

Aansturen belangrijke levensfuncties:

(hartslag, bloeddruk, ademhaling en temperatuur)

Grote hersenen

Verwerkt impulsen van zintuigen (bewuste waarneming)

Stuurt impulsen voor bewuste bewegingen.

De grote hersenen

In de hersenschors (het buitenste gedeelte) van de grote en de kleine hersenen ligt de grijze stof. Hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen van de hersenen. 

In het binnenste gedeelte ligt de witte stof. Hierin liggen de uitlopers van schakelcellen.

Grote hersenen centra

kleine hersenen

Bewegingen worden op elkaar afgestemd

Coördinatie

Welke stoffen beinvloeden je hersenen?

Alcohol/ tabak

Drugs

Medicijnen

Je waarnemingsvermogen en je reactievermogen nemen af.

Je kunt drugs onderverdelen in drie groepen:

• Verdovende middelen (downers)

• Stimulerende middelen (uppers)

• Bewustzijnsveranderende middelen (trippers)

Beinvloeden van je hersenen

Alcohol verdooft je hersenen en beschadigd hersenen blijvend

Welke hersenen coördineren alle bewegingen?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen

Grote hersenen

Ruggenmerg

Hersenstam

Kleine hersenen

Hoe heet onderdeel 1?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam

In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenschors
4. Hersenstam

In je ruggenmerg zit grijze stof. Uit welke cellen bestaat die grijze stof?

1. Uitlopers van gevoelszenuwcellen
2. Uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingscellen
3. Cellichamen van bewegingscellen en schakelcellen
4. Cellichamen van gevoelszenuwcellen

Wat is verslavend?

1. nicotine
2. koolstofmonoxide
3. teer
4. rook

Wat is de meeste voorkomende verslaving?

1. Cocaïne
2. Heroïne
3. Alcohol
4. Wiet & Hasj

Wat zijn kenmerken van stimulerende middelen? (2 goed)

1. Geven je een ontspannen gevoel
2. Geven je meer zelfvertrouwen
3. Hartslag en ademhaling worden sneller
4. Maken je rustig en blij.

Wat zijn kenmerken van bewustzijnsveranderende middelen?

1. Bloeddruk gaat omhoog
2. Geven je meer zelfvertrouwen
3. Hartslag en ademhaling worden langzamer
4. Je ziet dingen die er niet zijn

Wat zijn kenmerken van verdovende middelen? (2 goed)

1. Geven je een ontspannen gevoel
2. Geven je meer zelfvertrouwen
3. Hartslag en ademhaling worden langzamer
4. Je ziet dingen die er niet zijn

Wat is een tolerantie voor drugs?

1. Je kunt het niet meer voelen
2. Je kan er niet tegen
3. Je moet steeds meer gebruiken om te voelen
4. Je hebt een bad trip

 10.4 De hersenen

Aan de slag... 

Opdracht 1 t/m 4