10.4 De Hersenen

programma week 41.1
  1. Terugblik (LessonUp - log vast in)
  2. Uitleg 10.4
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

programma week 41.1
  1. Terugblik (LessonUp - log vast in)
  2. Uitleg 10.4
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Terugblik 

Slide 2 - Diapositive

Polio is een besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door het poliovirus. Bij polio ontstaan in het ruggenmerg ontstekingen in zenuwcellen, waardoor verlammingen kunnen optreden, vooral in de benen. Door de ontstekingen worden vooral zenuwcellen aangetast die impulsen vanuit het ruggenmerg naar spieren geleiden.
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 3 - Quiz

sleep de juiste namen naar de zenuwcellen
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 4 - Question de remorquage

De zenuwcel in de afbeelding is op plek 1 onderbroken.
Verlopen er hierdoor geen impulsen meer naar het
centrale zenuwstelsel toe of van het centrale zenuwstelsel af?
Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Question ouverte

Om truffels te vinden worden vaak truffelhonden gebruikt. Als reactie op de
geurstoffen van een truffel ontstaan in de neus van een truffelhond impulsen.
Deze impulsen worden door de reukzenuw naar de hersenen geleid,
de hond ruikt de truffel en gaat eropaf.
De reukzenuw bevat alleen uitlopers die impulsen naar de hersenen toe sturen.

Is de reukzenuw een bewegingszenuw, een gemengde zenuw of een gevoelszenuw?
A
bewegingszenuw
B
gemengde zenuw
C
gevoelszenuw

Slide 6 - Quiz

10.4 Hersenen

Slide 7 - Diapositive

Lesdoelen
10.4.1 Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.

10.4.2 Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.

blz 128 van je lesboek. We lezen de basisstof samen door + aantekening. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Grote en kleine hersenen
Sterk geplooid, 
vooral het buitenste gedeelte.
buitenste gedeelte: Grijze stof = hersenschors :
ze bevatten de cellichamen van de schakelcellen.

Witte stof = binnenste gedeelte = uitlopers schakelcellen.

Slide 10 - Diapositive

Hersencentra
Er zijn gevoelscentra en bewegingscentra. 

Gevoelscentra ontvangen informatie van zintuigen.

Bewegingscentra sturen spieren of klieren aan. 

In beide hersenhelften liggen gevoelscentra en bewegingscentra.

Slide 11 - Diapositive

Hersenstam
Ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
Levensfuncties: aansturen van de hartslag, ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur!

Geleidt impulsen:
  • van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen.
  • afkomstig van zintuigen in hoofd/hals naar grote en kleine hersenen.
  • afkomstig van grote en kleine hersenen naar de spieren en klieren in hoofd/hals.


Slide 12 - Diapositive

Kleine hersenen
Verantwoordelijk voor het afstemmen (coördinatie)  van bewegingen op elkaar.

Slide 13 - Diapositive

Kleine hersenen

Slide 14 - Diapositive

 Invloed op de hersenen
Sommige stoffen hebben invloed op de hersenen 

- Drugs
- Alcohol
- Medicijnen

Slide 15 - Diapositive

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
Alcohol, opium, morfine, heroïne, slaap- en kalmeringsmiddelen.
- Rustig
- Blij
- Verminderen van angst

Slide 16 - Diapositive

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
Nicotine, cafeïne, cocaïne en xtc.
- Energiek
- Alert
- Opgewekt
* Zelfvertrouwen neemt toe

Slide 17 - Diapositive

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
LSD en paddestoelen
- Iemand neemt de buitenwereld anders waar 

Slide 18 - Diapositive

opdracht
Lezen en maken bs 10.4
timer
8:00

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting

Slide 20 - Diapositive