Identiteit

Welkom!!!
Doe je telefoon in de telefoontas
Ga zitten
Pak je spullen (= boeken + schrift + pen)
timer
2:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!!!
Doe je telefoon in de telefoontas
Ga zitten
Pak je spullen (= boeken + schrift + pen)
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • bespreken leerwerk
  • opdracht maken 
  • bespreken 

Na deze les kun je:
  • uitleggen wat een referentiekader is
  • uitleggen wat identiteit is en uitleggen welke vormen van identiteit er zijn
Beheersingsniveau's

1. Onthouden
2. Begrijpen
3. Integreren
4. Toepassen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.
Hoe zou je dit in je eigen woorden zeggen?
= begrijpen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland
A
VOOR
B
TEGEN

Slide 4 - Quiz

De verschillende antwoorden van de leerlingen hebben te maken met hun referentiekader.

***Hoe kunnen we dit terug brengen naar twee opties? Of anders een 'Likertschaal maken met 'helemaal mee oneens' t/m ...

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beeld wil Ronnie Flex dat de wereld van hem heeft denk je? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van de groepen waar hij juist wel of niet deel van uitmaakt.
Hoe zou je dit in je eigen woorden zeggen?
= begrijpen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 onderdelen van identiteit
  1. Persoonlijke identiteit: hoe jij jezelf ziet (zelfbeeld). Voorbeeld: Ronnie vindt zichzelf aardig en slim 

2. Sociale identiteit: kenmerken die jij hebt die bij groep horen waar jij onderdeel van uitmaakt. Voorbeeld: Ronnie draagt kleding die past bij de rapcultuur

3. Collectieve identiteit: hoe anderen tegen groepen aankijken
Voorbeeld: mensen denken dat Ronnie met geld smijt, want dat doen rappers

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
  • Maak opgaven 5 (blz 10) 
  • Deze gaan we zometeen bespreken
  • Klaar? Dan ga je verder met opdracht 6
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Volgende les: start portfolio (PO 1)

Huiswerk: maken opdracht 6 en 7 

Bedankt en tot volgende week!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions