1e donderdag

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Zinsontleding

Doel

- Je weet wat zinsdelen zijn

- Je hebt geoefend met zinsdelen.

Wat gaan we doen?

• Zelfstandig naamwoord en lidwoord herhalen
• Zinsdelen bespreken
• Oefenen

Vorige les

- Zelfstandig naamwoord

- Lidwoorden

https:

Zinsdelen

- Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand doet of wat er gebeurt.

- Met alleen een werkwoord heb je geen goede zin.

Zinsdelen

Een zin bestaat uit sowieso twee delen:

een deel dat zegt wat er gebeurt = werkwoordelijk gezegde

een deel die zegt wie het doet = onderwerp

Voorbeeld

Willem loopt

Wie loopt er?

Willem

Wat gebeurt er?

loopt

Je bouwt met stukjes informatie een zin. De zin wordt steeds langer.

Deze stukjes heten: zinsdelen

Een zinsdeel kan uit een of meerdere woorden bestaan.

Openen

blz. 169

Maken:

blz. 170 - Opdr 9

Blz. 171 Opdr. 10 t/m 12

Blz. 173 opdr. 13

Klaar? Pak je leesboek

Zinsdelen

Met zinsdelen bouw je een zin

Vertelt je in ieder geval wie en wat

Hoe vond je het om te oefenen met zinsdelen?