Persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica

Wat gaan we doen?

- Zinsdelen

- Persoonsvorm

- Woordsoorten

- Zelfstandig naamwoord

- Lidwoord

 ZINSDELEN

zinsdelen

Een zin kun je in verschillende stukjes verdelen. Deze stukjes noemen we zinsdelen. Een persoonsvorm is zo'n zinsdeel, die moet je als eerste zoeken.

persoonsvorm

In elke zin staan werkwoorden. Een van deze werkwoorden is de persoonsvorm.

Hoe vind je de persoonsvorm?

Na het journaal zie ik graag een spannende film.

Vandaag ben ik een uur eerder uit.

Op zondag moet ik altijd voetballen.

Woordsoorten

De woorden van de taal kun je indelen in woordsoorten.

''De leraar moppert'' <-- hier staan drie woordsoorten in de zin.

Er staan drie woordsoorten in: lidwoord, zelfstandig naamwoord en een werkwoord.

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, dier of een ding. 

Voorbeeld: handvat, boek, docent.

Zelfstandig naamwoord

Concreet zelfstandig naamwoord: dit gaat over iets wat tastbaar is: huis, kaars, lamp, chocolade.

Abstract zelfstandig naamwoord: Dit gaat over iets wat niet tastbaar is: liefde, oorlog, tijd, vriendschap.

Zelfstandig naamwoord

Zo vind je een zelfstandig naamwoord:

- Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud (huis/huizen).

- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (huisje).

- Je kunt er de, het of een voor zetten.

Lidwoord

Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

- Een lidwoord staat altijd naast of tussen een zelfstandig naamwoord

bepaald lidwoord = de en het

onbepaald lidwoord = een