Leesvaardigheid H4: Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leesvaardigheid H4: Tekstverbanden en signaalwoorden
Welkom klas 1H
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Boek, schrift en leesboek op tafel.
Stap 3: Beantwoord de vraag van de dag in je schrift: Open je boek op bladzijde 102. Lees tekst 1 en 2. Welke tekst leest het prettigst? Waarom?
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Leerdoel: Ik kan tekstverbanden chronologisch, opsommend, toelichtend en tegenstellend herkennen in de tekst aan de hand van signaalwoorden.
Wat gaan we doen?
Lezen/ werken aan de fictieopdracht;
Herhaling theorie lezen H1-H3;
Uitleg: Tekstverbanden en signaalwoorden
Oefenen
Huiswerk: Maken blz. 102- 107: Opdracht 1, 2, 4.
Slide 3 - Diapositive
Lezen in je leesboek
Heb je je boek uit?
Werk dan verder aan de opdracht?
Is de opdracht af? Kies dan een nieuw boek.
Hoe meer je leest,
hoe beter je leesvaardigheid wordt.
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Bespreken startopdracht
Tekst 1: Deze tekst leest niet zo prettig. De zinnen zijn niet met elkaar verbonden.
Tekst 2: Deze tekst leest prettiger. Er zijn woorden toegevoegd die de zinnen aan elkaar voegt. Je ziet nu ook de logica van de zin. Je begrijpt de zin beter.
Slide 5 - Diapositive
Leg uit in eigen woorden wat het onderwerp van een leestekst is.
Slide 6 - Question ouverte
Welke leesstrategie gebruik je als je het onderwerp van de tekst wilt weten?
A
Oriënterend lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Precies lezen
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar: Bij globaal lezen zoek je belangrijke informatie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst en waar in de tekst vind je die?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Aan het werk
Maak in tweetallen opdracht 5.
Maak daarbij de volgende vragen: 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 14 en 15.
Ben je klaar? Dan mag je beginnen aan het huiswerk.