Rekenen met geld

Rekenen
met
geld
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen
met
geld

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je kunt euroCENTEN goed opschrijven 
- Je kunt bedragen goed uitspreken
- Je kunt zien wanneer een bedrag fout is geschreven
- Je kunt munten correct gebruiken wanneer je wil betalen

Slide 2 - Diapositive

Hoe krijg jij geld?
Mevrouw Defne: Werk en overheid. 

Broertje van mevrouw Defne: Ouders, zus en familie.

Jij?

Slide 3 - Diapositive

Uitspreken 
€6,00
€90,00
€66,50
€50,25
€30,85
€15,10
€0,75
€980,50
€5,50 
€10,65
€60,25
€100,79
€4,48
€0,50
€0,20
€1,10
€700,70


Slide 4 - Diapositive

Goed schrijven 
90,00
Euro teken, euro, komma, centen (2 getallen)

€ 90,0 = Fout --> Waarom?
€90,0 = Fout --> Waarom?
€05,00= fout --> waarom?
€90.00= fout --> Waarom




Slide 5 - Diapositive

2 fouten 
€6,00
€90,00
€66,50
€50,25
30,85
€15,10
€0.75
€980,50
4 fouten
10,65
€60,25
€100,79
€04,48
€0,50
€0,2
€1,10
€70,0,70

Slide 6 - Diapositive

2 fouten 
€6,00
€90,00
€66,50
€50,25
30,85
€15,10
€0.75
€980,50
4 fouten 
10,65
€60,25
€100,79
€04,48
€0,50
€0,2
€1,10
€70,0,70

Slide 7 - Diapositive

Welke munten zijn er?
Euro(cent) --> €

Slide 8 - Diapositive

Zijn de munten allemaal gelijk?

Wat valt je op?

Slide 9 - Diapositive

De achterkant is niet gelijk aan de voorkant

Slide 10 - Diapositive

Munteenheid = EuroCENT
1 eurocent
1 cent
€  0,01

Slide 11 - Diapositive

Munteenheid = EuroCENT
2 eurocent
2 cent
€  0,02

Slide 12 - Diapositive

Munteenheid = EuroCENT
5 eurocent
5 cent
€  0,05

Slide 13 - Diapositive

Munteenheid = EuroCENT
20 eurocent
20 cent
€  0,20

Slide 14 - Diapositive

Munteenheid = EuroCENT
50 eurocent
50 cent
€  0,50

Slide 15 - Diapositive

Munteenheid = euro

1 euro/EURO
€ 1,00
100 eurocent

Slide 16 - Diapositive

Munteenheid = euro
2 euro
€ 2,00
200 eurocent

Slide 17 - Diapositive

Rekenen met munten

Slide 18 - Diapositive

Kan je nog een som maken
maar dan met andere munten?

Slide 19 - Diapositive

Ik heb 
1 x 5 eurocent
1 x 10 eurocent
1 x 20 eurocent

Hoeveel moet erbij?
Welke munten?

Slide 20 - Diapositive

Ik heb 
1 x 5 eurocent =    0,05
1 x 10 eurocent =   0,10
1 x 20 eurocent =  0,20
Dit is samen....20+10+5=35

Hoeveel moet erbij?
35 eurocent + 5  eurocent + 10 eurocent = 50 eurocent
€ 0,35            +  € 0,05          +€ 0,10            = € 0,50

Slide 21 - Diapositive


Wat is de totale waarde?

Slide 22 - Diapositive

Hoeveel munten zitten in de beurs?
Wat is de totale waarde in eurocenten? en euro's?

50+20+10+10+5+5= 100 eurocent = € 1,00

Slide 23 - Diapositive

€ 0,85 =   

Slide 24 - Diapositive

€ 0,85 =   0,50 + 0,20 + 0,10 + 0,05

Slide 25 - Diapositive

Welke munten leg ik neer als is € 1,70 moet betalen?

Slide 26 - Diapositive

Welke munten leg ik neer als is € 1,70 moet betalen?

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel euro's heb ik nodig?
1 BROOD
VOOR € 2,00

Slide 28 - Diapositive

Hoeveel euro's heb ik nodig? 
x 1
1 BROOD
VOOR € 2,00
x 2
of.......

Slide 29 - Diapositive

Welke munten heb ik nodig?
€ 1.50

Slide 30 - Diapositive

welke munten heb ik nodig?
19,00
€ 1,75

Slide 31 - Diapositive

Hoeveel euro's heb ik nodig?
19,00

Slide 32 - Diapositive

Hoeveel euro's heb ik nodig?
19 * € 1,00 = € 19,00 euro
9 * € 2,00 = € 18,00 + € 1,00
€ 19,00

Slide 33 - Diapositive

gepast betalen, aanvullen, weinig munten,

Slide 34 - Diapositive

Uitspreken 
€6,00
€90,00
€66,50
€50,25
€30,85
€15,10
€0,75
€980,50
€5,50 
€10,65
€60,25
€100,79
€4,48
€0,50
€0,20
€1,10
€700,70


Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive