van cel tot organisme

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

intro & van cel tot organisme

DIGIBOEK

van cel naar organisme

Intro

In deze opdracht zoomen we in op de mens (een organisme);

we kijken naar organenstelsels, organen, weefsels en cellen.

Wat weet je nu?

Maak de volgende vragen en bekijk of je alles nu weet wat je hoort te weten over 

cellen,

weefsels

organen

orgaanstelsels

organisme.

Bouwsteen van een organisme is:

Groep cellen met dezelfde vorm en functie:

Samenwerkende weefsels:

Verschillende organen die met elkaar samenwerken:

Samenwerkende orgaanstelsels:

Welk stelsel zie je hier?

Welk stelsel zie je hier?

Welk stelsel zie je hier?

Welk stelsel zie je hier?

Welk stelsel zie je hier?

Zijn alle cellen in je lichaam hetzelfde?
Leg je antwoord uit.

Wat is er zo bijzonder aan het orgaan "de huid"?

Wat zie je hier?

1. cel
2. weefsel
3. orgaan
4. orgaanstelsel

Wat zie je?

1. weefsel
2. orgaan
3. orgaanstelsel
4. organisme

Wat zie je?

1. weefsel
2. orgaan
3. orgaanstelsel
4. organisme

Wat zie je hier?

1. cel
2. weefsel
3. orgaan
4. orgaanstelsel

Bij welk orgaanstelsel hoort de wervelkolom?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. beenderenstelsel
4. zenuwstelsel

Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. beenderenstelsel
4. zenuwstelsel

Bij welk orgaanstelsel hoort het hart?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. beenderenstelsel
4. zenuwstelsel

Bij welk orgaanstelsel horen de longen?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. beenderenstelsel
4. zenuwstelsel

Bij welk orgaanstelsel hoort de dunne darm?

1. ademhalingsstelsel
2. bloedvatenstelsel
3. beenderenstelsel
4. verteringsstelsel

Van klein naar groot:

Cel:                        kleinste bouwsteen van het organisme

weefsel:              groep cellen die er hetzelfde uit zien en hetzelfde doen

orgaan:                meerdere weefsels die samen werken aan dezelfde taak

orgaanstelsel:  meerdere organen die samenwerken

Organisme:        levend wezen (plant, dier, bacterie, virus)