Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
R
Repetitie H1 Iran
Tik op de afbeeldingen om deze te vergroten!
Slide 1 - Diapositive
Bekijk de kaart. Hoe heet het water ten zuiden van Iran?
A
Golf van Oman
B
Perzische Golf
C
Kaspische Zee
D
Middellandse Zee
Slide 2 - Quiz
Noem een land ten noordwesten van Iran
Slide 3 - Question ouverte
Welke twee dingen, die je nodig hebt om kaart te lezen, ontbreken op dit kaartje?
Slide 4 - Question ouverte
Een kaart heeft een schaal van 1: 900000. Hoeveel kilometer is 2 cm op de kaart in werkelijkheid?
A
18
B
1,8
C
1800
D
180
Slide 5 - Quiz
Ligt punt 1 op noorderbreedte of op zuiderbreedte?
A
Noorderbreedte
B
Zuiderbreedte
Slide 6 - Quiz
Hoe heet de breedtecirkel waarop punt 3 ligt?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor breedtecirkel?
A
Meridiaan
B
Parallel
C
Nulmeridiaan
D
Breedtegraad
Slide 8 - Quiz
Welke plaats ligt niet op het oostelijk halfrond?
A
Calgary
B
Amsterdam
C
Tokyo
D
Sydney
Slide 9 - Quiz
Noem twee plaatsen die op het noordelijk halfrond én het oostelijk halfrond liggen.
A
Rio de Janeiro en Buenos Aires
B
Calgary en Washington
C
Teheran en Amsterdam
D
Jakarta en Sydney
Slide 10 - Quiz
Welk schaalniveau past bij deze kaart?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal
Slide 11 - Quiz
Welk schaalniveau past bij deze kaart?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal
Slide 12 - Quiz
Welk schaalniveau past bij deze kaart?
A
Lokaal
B
Mondiaal
C
Nationaal
D
Continentaal
Slide 13 - Quiz
Waarom is er zoveel verschil tussen de absolute en relatieve afstand tussen Perth en Melbourne?
Slide 14 - Question ouverte
Geven de lijnen in de kaart de absolute of de relatieve afstanden weer?
A
Absolute afstanden
B
Relatieve afstanden
Slide 15 - Quiz
Welk schaalniveau past bij de volgende beschrijving: "Een kaart de verdeling van godsdiensten over de aarde"
Slide 16 - Question ouverte
Bekijk deze verzonnen kaart. Welke plaats ligt het noordelijkst?
A
Visdorp
B
Mijnstad
C
Zompdorp
D
Houtstad
Slide 17 - Quiz
Bij Havenstad staat een fabriek die veel luchtvervuiling veroorzaakt. Toch hebben de inwoners van deze stad er meestal geen last van. Hoe komt dat?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is een legenda?
A
De uitleg hoe je de kaart kunt gebruiken.
B
De verklaring van de kleuren, tekens en symbolen op de kaart.
C
Een beschrijving van de plaatsen op de kaart.
D
Hokjes onder de kaart waarin de gebruikte kleuren staan.
Slide 19 - Quiz
Bekijk de kaart. Vertel in welke delen van China er waarschijnlijk veel mensen wonen en waar niet. leg je antwoord ook uit.
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de beste manier om een onbekende plaats in de atlas te vinden?
A
De bladwijzer van de atlas bekijken.
B
In de inhoudsopgave kijken.
C
In de legenda voor in de atlas kijken.
D
In het register van topografische namen kijken.
Slide 21 - Quiz
Noteer het begrip, dat bij deze omschrijving hoort: " Gebied waar altijd sneeuw ligt"
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het verband tussen de hoogteligging op een berg en de temperatuur. Geef een antwoord op de manier van hoe ..........................., hoe .............................
Slide 23 - Question ouverte
Twee uitspraken:
I Het zuiden van Teheran bestaat uit allerlei kronkelige straatjes II De modernste gebouwen vind je in het noorden van Teheran.
A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout
C
I is goed en II is fout
D
I is fout en II is goed
Slide 24 - Quiz
Schrijf de nummers 1 t/m 4 uit het plaatje hiernaast onder elkaar op en zet er een mogelijke verklaring achter. (dus: wat betekenen de kleuren?)
Slide 25 - Question ouverte
Noteer het begrip, dat bij deze omschrijving hoort: " Kaart van een wijk of dorp met alle straten en huizenblokken erop"
Slide 26 - Question ouverte
In welke plaatsbepaling zit een fout?
A
48° NB, 3° OL
B
2° ZB, 3° WL
C
95° NB, 15° OL
D
16° NB, 40° WL
Slide 27 - Quiz
De Blankenburgtunnel wordt een verbinding tussen de A20 en Rozenburg. Er waren mensen voor en tegen deze tunnel. Bedenk een reden waarom iemand voor de tunnel is en gebruik in je antwoord het begrip 'relatieve afstand'.
Slide 28 - Question ouverte
De toets is klaar. Kijk je antwoorden goed na en lever de toets dan in.