Quiz activatie

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet BIG
A
Is bedoeld om kwaliteit van verpleeghuizen te bewaken
B
Beschermt cliënten tegen ondeskundigheid
C
Wordt niet in alle gemeenten erkend
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline is een hormoon wat wordt aangemaakt in de...
A
Nieren
B
Gaster
C
Arteriën
D
Pancreas

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een moeder strafbaar voor de wet BIG?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon worden ook wel 'stress' hormoon genoemd?
A
Adrenaline
B
testosteron
C
Melatonine
D
Oxytocine

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen worden vervoerd door.....
A
De zenuwcellen
B
Door het bloed
C
Door het water
D
Door alle manieren van vochttransport in het lichaam

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand met diabetes....
A
mag geen suiker eten
B
moet heel veel sporten
C
moet regelmatig eten
D
moet weinig eten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan. Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:
A
hoeveelheid gal.
B
bloedsuikerspiegel.
C
dikte van de klieren.
D
productie van maagsap.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

A
blaasontsteking
B
nierziekte
C
suikerziekte
D
nierziekte

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wet BIG staat voor;
A
Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg.
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg.
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een client een hypo heeft dan ....
A
IS DE GLUCOSE TE HOOG
B
IS DE GLUCOSE TE LAAG

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes is besmettelijk
A
Waar, net zo besmettelijk als COVID-19
B
Waar, je krijgt het van de uitwisseling van bloed
C
Niet waar, diabetes is niet besmettelijk maar wel overdraagbaar
D
Niet waar, diabetes is niet besmettelijk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline is een hormoon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgens de wet-BIG heeft een
……………….
een zelfstandige bevoegdheid.
A
Arts
B
Tandarts
C
Verloskundige
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wet BIG sluit het overdragen van een opdracht uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes patiënten hebben een
A
tekort aan insuline
B
teveel insuline

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van diabetes?
A
Niet genoeg suiker
B
Insuline wordt niet afgebroken
C
Insuline wordt niet aangemaakt
D
Te veel suiker

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is diabetes
A
ziekte met teveel honing in het bloed
B
ziekte waarbij afbraak van cellen plaatsvind
C
ziekte waarbij het lichaam de glucose niet meer in evenwicht kan houden
D
ziekte van de spijsvertering

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de behandelingen van diabetes mellitus?
A
Alleen insuline
B
Tabletten en insuline
C
Voedingsadvies, tabletten en insuline
D
Voedingsadvies en tabletten

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De schildklier is een hormoonklier die ligt in je...
A
Abdomen
B
Cranium
C
Larynx
D
Diafragma

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als de schildklier teveel hormoon aanmaakt?
A
De lichaamstemperatuur daalt
B
De lichaamstemperatuur stijgt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes mellitus type 1 is een insuline afhankelijke diabetes. Er is dus sprake van ...
A
te weinig insulineproductie
B
totaal geen insulineproductie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de schildklier wordt direct aangestuurd door:
A
Hypothalamus
B
Hypofyse

Slide 27 - Quiz

Antwoord B
Hypothalamus detecteert het hormoon en zet de hypofyse aan tot het produceren van TSH. Dit hormoon heeft invloed op de schildklier

Wat zijn de kenmerken van een hypoglycemie?


A
koorts, in de war, duizeligheid,
B
geel zien, dronken gevoel, trillerig
C
Zweten, trillen, gapen, bleek zien, moeheid en duizeligheid.
D
dorst, lusteloosheid, slaperig, vermageren

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions