formatieve toets Hoofdstuk 1 havo 5 Wereldbeeld t/m §1.9
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 1 - Quiz
Door tijd-ruimtecompressie komen gebieden ver weg steeds 'dichterbij'. Het gaat hierbij om de ...
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
Slide 2 - Quiz
Welk antwoord hoort NIET bij innovaties op gebied van transporttechnologie?
A
daling reis- en vervoerstijden
B
grote containerschepen
C
het wereldwijde web
(WWW)
D
verbetering infrastructuur
Slide 3 - Quiz
Door de komst van MNO's zal in veel landen vooral de ...
A
sociale ongelijkheid toenemen
B
sociale ongelijkheid afnemen
C
regionale ongelijkheid toenemen
D
regionale ongelijkheid afnemen
Slide 4 - Quiz
Wat probeert de WTO te bereiken?
A
Protectionisme
B
Volledige vrijhandel
C
Promotie uitvoersubsidies
D
Opkomen belangen centrum landen
Slide 5 - Quiz
Dor liberalisering van de wereldhandel
A
kunnen landen hun eigen producten beter beschermen
B
neemt de productie van goederen en diensten in het Verre Oosten af
C
raken gebieden economisch steeds meer met elkaar verbonden
D
wordt er weer meer geproduceerd in de Centrumlanden
Slide 6 - Quiz
Welk van de antwoorden gaat in tegen het principe van vrijhandel?
A
open markt
B
liberalisering
C
afzetmarkt
D
protectionisme
Slide 7 - Quiz
De BRICS-landen kun je het beste indelen bij de
A
periferie
B
semi-periferie
C
centrumlanden
Slide 8 - Quiz
De reden van een MNO om zich op diverse locaties in de wereld te vestigen heeft vooral te maken met ...
A
soepele milieuregelgeving
B
meer winstmogelijkheden
C
een grote afzetmarkt
D
een grote arbeidsmarkt
Slide 9 - Quiz
Welk land/gebied hoort NIET bij de triade?
A
Noord-Amerika
B
Zuid-Amerika
C
Europa
D
Japan
Slide 10 - Quiz
De triade wordt vooral bedreigd door economieën uit
A
de centrumlanden
B
de periferie
C
de semi-periferie
Slide 11 - Quiz
Door global shift verschuift het economisch zwaartepunt zich vooral naar de gebieden rondom ...
A
de Atlantische Oceaan
B
de Grote Oceaan
C
de Indische Oceaan
Slide 12 - Quiz
De textielindustrie heeft zich vooral verplaatst naar landen in ...
A
het centrum
B
de semi-periferie
C
de periferie
Slide 13 - Quiz
2 beweringen: 1. Uitschuiven is de productie verplaatsen van centrum naar periferie en semi-periferie 2. Doorschuiven is het verplaatsen van de productie van de semi-periferie naar de periferie
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 2 is juist,
1 is onjuist
C
Beide beweringen zijn onjuist
D
Beide beweringen zijn juist
Slide 14 - Quiz
Het feit dat Nederland een multiculturele samenleving is past het beste bij het begrip ...
A
Amerikanisering
B
verwestersing
C
homogenisering
D
heterogenisering
Slide 15 - Quiz
2 beweringen: 1. Culturele globalisering kan leiden tot homogenisering 2. Culturele globalisering kan leiden tot heterogenisering
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 2 is juist,
1 is onjuist
C
Beide beweringen zijn onjuist
D
Beide beweringen zijn juist
Slide 16 - Quiz
Wat zal de voornaamste reden zijn geweest voor de gastarbeiders om naar Nederland te migreren?
A
welvaartsverschil
B
demografisch verschil
C
verbetering transport- en communicatietechnologie
D
ontschotting
Slide 17 - Quiz
De economische migrantenstroom loopt vooral van ...
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
oost naar west
D
west naar oost
Slide 18 - Quiz
De Turken en Marokkanen in Nederland hebben vaak een ...
A
nationaal netwerk
B
internationaal netwerk
C
mondiaal netwerk
D
transnationaal netwerk
Slide 19 - Quiz
Welk antwoord is een positief gevolg van migratie voor het thuisland?
A
toename van de bevolkingsdruk
B
braindrain
C
geldzendingen naar familie
Slide 20 - Quiz
2 beweringen: 1.Een nationalist behoort vaak tot de meer hoog opgeleide groep van de bevolking 2. Een globalist is een groot voorstander van internationale arbeidsverdeling
A
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
B
Bewering 2 is juist,
1 is onjuist
C
Beide beweringen zijn onjuist
D
Beide beweringen zijn juist
Slide 21 - Quiz
Welk begrip past het best bij een netwerksamenleving?