Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Wanneer?
ww of ww +s
don't of doesn't + hele ww
Do of does + hele ww
am/are/is + ww + ing
am/are/is + not + ing
+ (positief)
- (negatief)
? (vraag)
Voorbeelden:
Take - took - taken
ride - rode - ridden
awake - awoke - awaken
FYNE JAS
+ (positief) Have/has + volt. deelw.
- (negatief) Haven't/hasn't + volt. deelw.
? (vraag) Have/has + volt. deelw.
Present perfect --> tegewoordige tijd dus have of has
Past perfect -->verleden tijd dus had