2kader 1.7 Grammatica zinsdelen

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
Welkom bij                         1.7 Grammatica              
Je kunt in een zin vinden:
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde (met wederkerend ww)
-lijdend voorwerp
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
Welkom bij                         1.7 Grammatica              
Je kunt in een zin vinden:
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde (met wederkerend ww)
-lijdend voorwerp

Slide 1 - Diapositive

Typ alles wat je nog weet over:
pv, ow, wg, lv

Slide 2 - Question ouverte

Oefen eerst met opdracht 6 
1. persoonsvorm pv
2. werkwoordelijk gezegde wg
3. onderwerp ow

timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Ontleed samen zinnen:  opdracht 1

timer
5:00
1. persoonsvorm      pv
2. onderwerp           ow
3. w.gezegde wg
4. lijdend voorwerp lv
5. zinsdeelstrepen   / / 

Slide 4 - Diapositive

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
Welkom bij                         1.7 Grammatica              
Je kunt in een zin vinden:
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde (met wederkerend ww)
-lijdend voorwerp

Slide 5 - Diapositive

1.4 Grammatica zinsdelen (noteer dit!!)

1. persoonsvorm                   pv
2. werkwoordelijk gezegd wg
3. onderwerp                         ow
--------------------------------------
4. lijdend voorwerp               lv
-------------------------------------
5. zinsdeelstrepen      /        /   

ALTIJD
NIET ALTIJD

Slide 6 - Diapositive

Ontleed samen zinnen:  opdracht 4

timer
5:00
1. persoonsvorm      pv
2. onderwerp           ow
3. w.gezegde wg
4. lijdend voorwerp lv
5. zinsdeelstrepen   / / 

Slide 7 - Diapositive

1.7 uitlegfilmpjes Talent 
Vaste volgorde bij het ontleden



werkwoordelijke gezegd NIEUW
(Wanneer zet jij de zinsdeelstrepen?)

Slide 8 - Diapositive

Huiswerk 1.7 
Maak opdracht 3, 4, 5 

Slide 9 - Diapositive

Ontleed samen zinnen: 
1. Hugo de Jong koopt een beker koffie op de markt.
2. Hij gooit het lege bekertje weg.
3. Dan begint mijnheer de Jong te rennen.
4. Want Mark Rutte is aan het wachten. 

1. persoonsvorm      pv
2. onderwerp           ow
3. w.gezegde wg
4. lijdend voorwerp lv
5. zinsdeelstrepen   / / 
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Ontleed samen zinnen: antwoorden
1. Hugo de Jong koopt een beker koffie op de markt.
2. Hij gooit het lege bekertje weg.
3. Dan begint mijnheer de Jong te rennen.
4. Want Mark Rutte is aan het wachten

1. persoonsvorm      pv
2. onderwerp           ow
3. w.gezegde wg
4. lijdend voorwerp lv
5. zinsdeelstrepen   / / 
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
Welkom bij                         1.7 Grammatica              
Je kunt in een zin vinden:
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde (met wederkerend ww)
-lijdend voorwerp

Slide 12 - Diapositive

1.7 huiswerk
Maak 'Test jezelf' en....
 kleur je ontwikkelschema in 

Slide 13 - Diapositive

Inloggen


www.mijn.numo.nl
schoolingang => hethvc
gebruikersnaam => leerlingnummer
klik op: 'wachtwoord vergeten'
In je hvc-mail verander je je wachtwoord 

Slide 14 - Diapositive

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
Welkom bij                         1.7 Grammatica              
Je kunt in een zin vinden:
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde (varianten)
-lijdend voorwerp
Huiswerk?
Serginho
Santo

Slide 15 - Diapositive

1.7 uitlegfilmpjes Talent 
werkwoordelijk gezegde



wg met een wederkerend ww
Bekijk ze
met je oortjes in!

Slide 16 - Diapositive

Wat is het w.gezegde in zin 1 en 2?
1. Karlos en zijn broer zijn aan het chillen.
2. De rode kater ligt te snorren op de bank.

A
1. zijn chillen 2. ligt snorren
B
1. zijn aan het chillen 2. ligt aan het snorren
C
1. zijn aan het chillen 2. ligt te snorren
D
1. zijn 2. ligt

Slide 17 - Quiz

In welke zin staat een wederkerend werkwoord?
A
Je verveelt je snel in een saaie les.
B
Je bent snel afgeleid in een saaie les.
C
Je werkt minder hard in een saaie les.
D
Je hoopt dat de tijd snel gaat in een saaie les.

Slide 18 - Quiz

Typ twee wederkerende werkwoorden

Slide 19 - Question ouverte

Welke zin bevat geen wederkerend ww?
A
Ik misdraag me nooit.
B
Hij leeft zich in in de hoofdpersoon.
C
Ik schaam me voor mijn hond.
D
Die auteur schrijft tien boeken tegelijk.

Slide 20 - Quiz

1. 7 aan de slag
1. Klassikaal opdracht 9 




2. Zelfstandig opdracht 10, 11
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

Woordenschrift
Maak een zin met een woord uit jouw schrift.
Je buur ontleedt de zin.

Slide 22 - Diapositive

Pak je spullen alvast en ga lekker lezen! 
                     1.7 Grammatica              
Welke leerdoelen kun jij afvinken? 
-persoonsvorm
-onderwerp
-werkwoordelijk gezegde van splitsbare ww
-werkwoordelijk gezegd met te.../ aan het...
-werkwoordelijk gezegde met wederkerend ww
-lijdend voorwerp

Slide 23 - Diapositive