houtblazers
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Welke houten blaasinstrumenten kun je benoemen?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Welke bewering is juist?
A
Een saxofoon heeft een dubbel riet
B
Een hobo heeft een dubbel riet
C
Een dwarsfluit heeft twee rietjes
D
Een klarinet heeft een dubbel riet
Slide 10 - Quiz
Welk instrument behoort niet tot de houtblazers?
A
Sopraansaxofoon
B
Piccolo
C
Hoorn
D
Klarinet
Slide 11 - Quiz
Deze instrumenten hebben een enkel riet
A
Saxofoon en hobo
B
Klarinet en hobo
C
Klarinet en saxofoon
D
Klarinet en fagot
Slide 12 - Quiz
Het instrument dat de toon A aangeeft waarop een orkest stemt is de
A
Klarinet
B
Hoorn
C
Fagot
D
Hobo
Slide 13 - Quiz
De dwarsfluit klinkt relatief hoog. Een piccolo klinkt ;
A
Hetzelfde
B
Hoger
C
Lager
D
Mooier
Slide 14 - Quiz
Van de houtblazers klinkt het volgende instrument het laagst;
A
De fagot
B
De klarinet
C
De saxofoon
D
De hobo
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Vidéo
Noem 3 dingen die je geleerd hebt deze les
