KM 2 Week 39 chapitre 1 passé composé BRON D herhalen + F (+ Bron B nakijken))

Bienvenue! 
Week 36   2 sep-9 sep 2024
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bienvenue! 
Week 36   2 sep-9 sep 2024

Slide 1 - Diapositive

Instructie 

Chapitre 1
Bron B
ex. 10ab, 11abcd

Slide 2 - Diapositive

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 3 - Diapositive

blz. 27

Slide 4 - Diapositive

blz. 26

Slide 5 - Diapositive

blz. 28

Slide 6 - Diapositive

blz. 28

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
  1. R Ik ken woorden die te maken hebben met vakantie.
  2. T1 Ik kan de passé composé gebruiken.
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 8 - Diapositive

Vorige les???

Slide 9 - Carte mentale

kernwoorden
regelmatig
onregelmatig
stam
hulpwerkwoord
fait
eu
é
été
voltooid deelwoord

Slide 10 - Diapositive

Le passé composé (v.t.t.)

Ik heb een auto gekocht.

J'ai acheté une voiture.
hulpwerkwoord
voltooid deelwoord

Slide 11 - Diapositive

Wat heb je nodig?
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
j'ai chanté
tu as chanté
il / elle / on a chanté
nous avons chanté
vous avez chanté
ils / elles ont chanté

Slide 12 - Diapositive

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 13 - Question de remorquage

elles ont dansé
ils ont dansé
on a dansé
vous avez dansé
nous avons dansé
elle a dansé
il a dansé
tu as dansé
j'ai dansé
ik heb gedanst
jij hebt gedanst
hij heeft gedanst
zij heeft gedanst
wij hebben gedanst
jullie hebben gedanst
men heeft gedanst
zij (mnl)hebben gedanst
zij (vrl) hebben gedanst

Slide 14 - Question de remorquage

Werkboek blz. 50

Slide 15 - Diapositive

Vocabulaire A
overhoren

Slide 16 - Diapositive

Grammaire D chapitre 1
Le passé composé

Slide 17 - Diapositive

Nu we avoir goed hebben geoefend, gaan we het werkwoord gebruiken om de passé composé te maken.
De passé composé gebruik je om te vertellen wat er in het verleden is gebeurd. 


Slide 18 - Diapositive

Aujourd'hui
(vandaag)
Hier
(gisteren)
Demain
(morgen)
Présent
passé composé
Futur

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe maak je de passé composé? Stap 2
 1. Begin met het hele werkwoord:
Bijvoorbeeld: regarder (kijken).
2. Verander het werkwoord naar de stam:
Verwijder de eindletter -er van het werkwoord.
De stam van regarder is regard.
3. Voeg -é toe aan de stam:
Voeg -é toe aan de stam om het voltooid deelwoord te maken.
Het voltooid deelwoord van regarder is regardé..

Slide 20 - Diapositive

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je fais
Il parle
Il a parlé
Nous avons regardé
J'ai fait
Nous regardons

Slide 21 - Question de remorquage

Passé composé
Manger
j'ai
Parler
tu as
Danser
il a
Jouer
on a
Aimer
nous avons
mangé
parlé
Dansé
joué
aimé

Slide 22 - Question de remorquage

blz. 32 

Slide 23 - Diapositive

onregelmatige werkwoorden
in de passé composé

avoir = hebben
être = zijn
faire = maken, doen

Slide 24 - Diapositive

blz. 33

Slide 25 - Diapositive

Ik heb gemaakt
Hij heeft gekocht.
Jij hebt gekeken
Wij hebben gehad
Jullie zijn geweest.
Zij heeft gewoond
Vous avez été
Il a acheté
J'ai fait
Nous avons eu
Ella a habité
Tu as regardé

Slide 26 - Question de remorquage

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan speciefieke informatie vinden en begrijpen in teksten die betrekking hebben op bekende onderwerpen zoals familie, vakantie, vrije tijd en school.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 27 - Diapositive

Instructie 

Chapitre 1
Bron F
blz. 40

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

blz. 40/41

Slide 30 - Diapositive

blz. 51

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

blz. 42

Slide 34 - Diapositive

blz. 43

Slide 35 - Diapositive

Evaluatie: Schrijf een zin op in het Frans waarin je de passé composé gebruikt. Gebruik het werkwoord danser.

Slide 36 - Question ouverte

Het huiswerk

Slide 37 - Diapositive