3hv H2 Schrijven

2. Schrijven volgens een vaste tekststructuur
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2. Schrijven volgens een vaste tekststructuur

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan de structuur van de tekst aan het doel van de tekst aanpassen;
  • je kan relaties als oorzaak/gevolg, voor- en nadelen etc. duidelijk aangeven met signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen.

Slide 2 - Diapositive

Welke vaste tekststructuren ken je nog?

Slide 3 - Carte mentale

Vaste tekststructuren

  • Argumentatie
  • Aspecten
  • Probleem-oplossing
  • Verklaring
  • Verleden-heden(-toekomst)
  • Voor- en nadelen
  • Vraag-antwoord
Welke structuur je kiest hangt af van je tekstdoel!

  • informeren
  • opiniëren
  • overtuigen
  • activeren

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht, tekst 1 (blz. 52)
Welke tekststructuur zal er
volgens jou in
deze tekst gebruikt worden?
Tekst 1
Op 17 juni 2015 overleed de Amerikaanse Jeralean Talley uit Michigan. Zij werd maar liefst 116 jaar oud. Nooit eerder is een mens zo oud geworden. Is het gunstig dat de mens alsmaar ouder wordt of zijn er ook nadelen aan verbonden?

Slide 5 - Question ouverte

Startopdracht, tekst 2
Welke tekststructuur zal er
volgens jou in
deze tekst gebruikt worden?
Tekst 2
In grote delen van Europa en Noord-Amerika wordt sinds de jaren 70 in een weekend aan het einde van oktober de klok één uur achteruitgezet. Dat betekent een extra uur slapen. Waarom zijn de zomer- en wintertijd eigenlijk ingevoerd en wat is het effect op het slaap- en waakritme van mens en dier?

Slide 6 - Question ouverte

Startopdracht, tekst 3
Welke tekststructuur zal er
volgens jou in
deze tekst gebruikt worden?
Tekst 3
Met ingang van morgen moet elke school rookvrij zijn. In 2020 mag er zelfs op schoolpleinen niet meer gerookt worden, zo heeft de Tweede Kamer besloten. Maar volgens het Longfonds duurt dat te lang. Het Longfonds stelt: hoe sneller hoe beter.

Slide 7 - Question ouverte

We kijken even naar de uitlegvideo.

Slide 8 - Diapositive

Argumentatiestructuur
een mening of standpunt onderbouwen, zodat de lezer de mening van de schrijver overneemt (overtuigen) en/of tot handelen overgaat (activeren)

Slide 9 - Diapositive

Aspectenstructuur
de verschillende aspecten van iets beschrijven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren) en/of zich een mening kan vormen (opiniëren)

Slide 10 - Diapositive

probleem - oplossingsstructuur
een probleem benoemen en oplossingen beschrijven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren) en/of zich een mening kan vormen (opiniëren)

Slide 11 - Diapositive

verklaringsstructuur



verleden-heden (-toekomst) structuur

een verschijnsel uitleggen, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)

de geschiedenis (en de toekomst) van iets beschrijven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)

Slide 12 - Diapositive

voor- en nadelenstructuur





de voor- en nadelen van iets beschrijven en een conclusie trekken/standpunt geven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren), zich een mening kan vormen (opiniëren), de mening van de schrijver overneemt (overtuigen) en/of tot handelen overgaat (activeren)


Slide 13 - Diapositive

vraag-antwoordstructuur





een vraag beantwoorden, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)

Slide 14 - Diapositive

Zo schrijf je volgens een vaste tekststructuur
  • Bepaal het onderwerp, het schrijfdoel en de hoofdgedachte.
  • Kies een structuur die bij het doel van de tekst past.
  • Maak een bouwplan (zie p. 264/271) aan de hand van de gekozen tekststructuur.
  • Noteer boven het bouwplan het onderwerp, het schrijfdoel, de hoofdgedachte en de tekststructuur.
  • Gebruik tijdens het schrijven signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen als daardoor, want, er zijn drie oorzaken, het gevolg is, behalve voordelen heeft deze aanpak ook nadelen, een tweede bezwaar is, ik ben van mening.

Slide 15 - Diapositive

een bouwplan 
Klik op de afbeelding om te vergroten.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
havo: maak opdracht 1 en 2 (p. 50-51)
vwo: maak opdracht 1 en 2 (p. 52-53)

Slide 17 - Diapositive