schrijven volgens vaste structuur

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je verschillende vaste tekststructuren herkennen, weet je hoe je een tekst op kunt delen in betekenisvolle eenheden en kun je de functie van deze eenheden benoemen

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je verschillende vaste tekststructuren herkennen, weet je hoe je een tekst op kunt delen in betekenisvolle eenheden en kun je de functie van deze eenheden benoemen

Slide 1 - Diapositive

Het is handig om bij het schrijven van een tekst een structuur aan te houden. 


Welke structuur dat is, hangt af van het doel van je tekst: informeren, opiniëren (de lezer zich een mening laten vormen), overtuigen of activeren.

Slide 2 - Diapositive

Tekststructuur

argumentatiestructuur

Omschrijving van het tekstdoel
een mening of standpunt onderbouwen, zodat de lezer de mening van de schrijver overneemt (overtuigen) en/of tot handelen overgaat (activeren)


Slide 3 - Diapositive

Tekststructuur
probleemoplossingsstructuur



Omschrijving van het tekstdoel
een probleem benoemen en oplossingen beschrijven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren) en/of zich een mening kan vormen (opiniëren)

Slide 4 - Diapositive

Tekststructuur

verklaringsstructuur


Omschrijving van het tekstdoel

een verschijnsel uitleggen, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)

Slide 5 - Diapositive

Tekststructuur

verleden-heden(-toekomst)structuur

Omschrijving van het tekstdoel

de geschiedenis (en de toekomst) van iets beschrijven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)


Slide 6 - Diapositive

Tekststructuur
voor- en nadelenstructuur
 

Omschrijving van het tekstdoel
de voor- en nadelen van iets beschrijven en een conclusie trekken/standpunt geven, zodat de lezer op de hoogte is (informeren), zich een mening kan vormen (opiniëren), de mening van de schrijver overneemt (overtuigen) en/of tot handelen overgaat (activeren)

Slide 7 - Diapositive

Tekststructuur
vraag-antwoordstructuur


Omschrijving van het tekstdoel

een vraag beantwoorden, zodat de lezer op de hoogte is (informeren)

Slide 8 - Diapositive

Zo schrijf je volgens een vaste structuur

1-Bepaal het onderwerp, het schrijfdoel en de hoofdgedachte.
2-Kies een structuur die bij het doel van de tekst past.
3-Maak een bouwplan aan de hand van de gekozen structuur.


Slide 9 - Diapositive

4-Noteer boven het bouwplan het onderwerp, het schrijfdoel, de hoofdgedachte en de tekststructuur.


5-Gebruik tijdens het schrijven signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen als daardoor, want, er zijn drie oorzaken, het gevolg is, behalve voordelen heeft deze aanpak ook nadelen, een tweede bezwaar is, ik ben van mening.

Slide 10 - Diapositive


Maken m.b.v. de theorie:

H.2 schrijven vaste tekststructuren 
Je maakt online startopdr. + opdr. 1 en 2
Voor je schrijfdossier maak je opdracht 3 + 4

LET OP:  voordat je vragen stelt, probeer je het eerst uit de theorie te halen!


Slide 11 - Diapositive