de regenboog

Brandveiligheid - Wat weet jij ervan?​
Brandveiligheid
Wat weet jij ervan?​
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Brandveiligheid - Wat weet jij ervan?​
Brandveiligheid
Wat weet jij ervan?​

Slide 1 - Diapositive

Brandveiligheid: wat weet je ervan? 

Na deze les weet je...
- Verschillende oorzaken van brand
- Gevaren bij brand
- Hoe je een vluchtplan maakt
- Hoe je brand kunt voorkomen
- Wat er gebeurt als je 112 belt


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen benoemen: 
  1. Verschillende oorzaken van brand 
  2. Gevaren bij brand 
  3. Hoe je een vluchtplan maakt
  4. Hoe je een brand kunt voorkomen
  5. Wat er gebeurt als je 112 belt 
Even voorstellen; ik ben Peter
Eerst even voorstellen;
Peter de Goede

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat doet de brandweer nog meer ? 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb jij wel eens in huis brand meegemaakt?
Ja
Nee

Slide 7 - Sondage

Heb jij wel eens een brand in huis meegemaakt? 

De leerlingen kunnen deze vraag op hun device invullen. 

Een brand kan veel impact hebben. Hou hier rekening mee wanneer de verhalen verteld worden en hou de reacties goed in de gaten. 

Vraag welke leerling iets wil vertellen over de brand die zij hebben meegemaakt:
- Wat is er gebeurd?
- Wie heeft het ontdekt?
- Wat hebben jullie gedaan?
- Is iedereen op tijd veilig buiten gekomen? Niemand gewond geraakt?
-Duurde het lang voor de brandweer er was?
- Is er veel schade? Kon je nog in je huis blijven wonen?

Maak vervolgens de koppeling naar brandveiligheid en dat we het vandaag gaan hebben over het voorkomen van brand. En wat te doen als er toch brand uitbreekt.
Brandblussers
Alarmnummer
Gereedschap
Zwaailicht
Slang
Spiegel
Ladder
Wiel

Slide 8 - Question de remorquage

Doen:
Als de brandweermensen hun pak aan hebben stappen ze in de brandweerauto.

Maar wat zit er allemaal in de auto? Kies uit de verschillende onderdelen en sleep  het woord naar de goede plek rondom de auto. Visueel (de grootte van de kaders) kun je ook zien welk woord waar hoort.

Klik op: "controleren" en bespreek indien nodig de juiste antwoorden.
Deze ontdek je door op "toon antwoord" te klikken.

Als de woorden op de goede plek staan,  is de auto "uitrukgereed". Klaar om naar een incident te gaan.
Zet de sirene aan als als je op weg gaat naar de brand. Klik op het geluidsicoon bij het zwaailicht en je hoort de sirene.



Slide 9 - Diapositive

Vertel:
Om vuur te krijgen heb je drie dingen nodig.

Weet jij welke drie dingen?

Klik op de hotspot om de 3 elementen zichtbaar te maken.

1. Iets dat wil branden, dat noemen we een brandstof. Bijvoorbeeld: mos, papier, gas.
2. Zuurstof, dat zit in de lucht en is overal om je heen.
3. Warmte. De temperatuur moet omhoog. 

Deze 3 bij elkaar noemen we een branddriehoek.
 
Experiment:
Nodig: 
  • waxinelichtje (klein kaarsje/theelichtje)
  • glazen potje met metalen deksel
  • een lange aansteker
Stappen:
  • Zet het waxinelichtje op het metalen dekseltje
  • Steek het waxinelichtje aan
  • Als het kaarsje goed brandt zet dan het glazen potje op de kop over het brandende kaarsje.

Wat gebeurt er? 
Antwoord: Het kaarsje gaat uit

Waarom? 
Antwoord: Het vuur heeft geen zuurstof meer. Als je één van de zijdes van de driehoek weghaalt, gaat het vuur uit. Je kunt ook de temperatuur naar beneden brengen: blussen met water. Of de brandstof weghalen: gaskraan dichtdoen.

StelJe ontdekt de vlam in de pan. Wat doe je dan?
Antwoord: 
  • Je roept er een volwassene bij.
  • Pak een goed passende deksel en legt deze voorzichtig op de pan (bescherm jezelf tegen het hete vuur achter de deksel door deze van je af te schuiven over de pan)
  • Draai de warmtebron (kooktoestel zoals het gas of de elektra)uit
  • Zet de afzuigkap uit.
  • Laat de pan staan totdat die helemaal is afgekoeld.
  • Als je vermoedt dat het vuur de afzuigkap in is gegaan: bel 112.

Vraag: Welke zijde van de branddriehoek heb je weggehaald bij de vlam in de pan? Antwoord: Zuurstof

Vraag: Wat moet je nooit doen bij de vlam in de pan? Antwoord: Water. Water en vet samen geeft een enorme grote steekvlam.



Klein Proefje

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken van brand 

Slide 11 - Diapositive

Wat is één van de belangrijkste veroorzakers van brand in NL?
Doel is aan te geven dat wij als mensen zelf de grootste veroorzaker zijn van brand.

Bij iedereen kan brand thuis voorkomen.

Kunnen de leerlingen de verschillende brandoorzaken op tekening vinden? Op de volgende slide zijn icoontjes te vinden met de juiste antwoorden. 
Oorzaken van brand 

Slide 12 - Diapositive

Koken:
- Niemand aanwezig bij eten koken. 
- De Keukenrol, het doekje en de fles met brandbare vloeistof staan te dicht bij het kooktoestel.

Stoken
- Brandbare materialen op kacheltje. 
- Snoer van het kacheltje is kapot. 

Elektriciteit
- Onveilig gebruik stekkerdozen door ze aan elkaar te koppelen. 
- Strak gespannen snoer laptop: kans op kabelbreuk.

Opladen van apparaten: 
- Telefoon op kussens waardoor de warmte niet weg kan. 

Spelen met vuur: 
- Kind spelend met de kaars
- De kat spelend bij de kaars en de plant. 

Gebruik apparaten: 
- Strijkijzer is op de kleding blijven staan.

Struikelgevaar:
- Er liggen veel snoeren over de vloer heen 
  

De grote wat weet jij al quiz

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan de brandweer doen om een natuurbrand te stoppen?
A
Blussen met brandweerauto's en helikopters
B
Een stuk grond vrij maken van beplanting
C
Het vuur doven met speciaal gereedschap
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Alle drie de antwoorden zijn goed.

Bij laag loopvuur kan met vuurzwepen of een rugzak met water het vuur worden gedoofd. Met de vuurzweep schoffel je over de grond, waardoor het vuur uitgaat.

Door het weghalen van droog gras en planten is er geen brandstof meer aanwezig. (Denk aan de branddriehoek). De brandweer maakt zo een 'stoplijn'.

Naast speciale brandweervoertuigen kan de brandweer ook de hulp inroepen van blushelikopters van het leger. 
Bijvoorbeeld bij een zeer grote of moeilijk te bereiken brand.





18)

Wat moet je vertellen
als je 112 belt?
A
Waar je bent
B
Wat er is gebeurd
C
Wie je bent
D
Alle drie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Brandveiligheid?
A
Het voorkomen van aardbevingen
B
Het voorkomen van brand en veilig evacueren
C
Het voorkomen van overstromingen
D
Het veroorzaken van brand en gevaarlijk evacueren

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grootste gevaar bij brand?
A
De vlammen
B
De hitte
C
De rook

Slide 17 - Quiz

Wat is het grootste gevaar bij brand? 

C. De rook

Toelichting: Alle drie zijn gevaarlijk bij brand, maar rook is de gevaarlijkste. Na de volgende vraag horen de leerlingen waarom rook zo gevaarlijk is. 


Waarom is rook zo gevaarlijk?
A
Bij veel rook zie je niets
B
Rook verspreidt zich gemakkelijk
C
Rook is giftig
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Waarom is rook zo gevaarlijk?
 
D:  Alle drie de antwoorden zijn goed.

Toelichting: Alle antwoorden zijn waar. Maar het meest gevaarlijk zijn de giftige stoffen die in de rook zitten. Als je deze inademt, dan worden de giftige stoffen in je bloed opgenomen. Waardoor je niet meer helder kunt nadenken. Als je veel rook inademt, kun je bewusteloos raken of zelfs dood gaan.
Blijf altijd uit de rook.

Hoe test je of het alarm van de rookmelder het goed doet?
A
Door er rook in te blazen
B
Door op een testknop te drukken
C
Door iets wat brandt er onder te houden
D
Die hoef je niet te testen joh

Slide 19 - Quiz

Quizvraag:
De leerlingen kunnen de quizvraag invullen terwijl de vraag wordt gesteld.
Als alle leerlingen het antwoord hebben gegeven kun je met de button 'volgende' de ingevulde antwoorden zien.
Druk je nog een keer op 'volgende' dan komt het juiste antwoord in beeld.

Je hebt de rookmelders opgehangen, maar hoe weet je nu of ze goed werken?
Antwoord: B Door op de testknop te drukken

Bespreek:
Belangrijk is om ook de rookmelders schoon te houden. Want met stof in de rookmelders krijg je valse meldingen.

Bespreek aanvullend:
  • Als je slaapt zijn je ogen dicht. Een brand zie je dan niet.
  • Als je slaapt, en het is heet in de kamer, dan registreren je hersenen dit wel, maar ze leggen geen combinatie met brand. Wie weet loop je in je droom wel door de woestijn.
  • Als je slaapt, dan slaapt je neus ook. In je slaap zal je een brand niet ruiken. Door het inademen van de giftige rook kan je zelfs nog dieper in slaap raken.
  • In je slaap kun je normaal gesproken wel horen. Als je in je slaap het herkenbare geluid van de rookmelder hoort, dan weet je dat er rook in de ruimte aanwezig is en kun je de ruimte verlaten (Let op:  wel de deur achter je dicht doen!).
  • Ben je doof of slechthorend? Speciale rookmelders, met trilkussens en lichtflitsen, zorgen ervoor dat je wordt gewaarschuwd.
Goed werkende rookmelders kunnen je leven redden.
11)

Hoeveel tijd heb je om veilig te vluchten bij brand?
A
3 minuten
B
5 minuten
C
8 minuten
D
15 minuten

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel tijd heeft de brandweer gemiddeld nodig om bij brand ter plaatse te komen?
A
Ongeveer 5 minuten
B
Ongeveer 8 minuten
C
Ongeveer 15 minuten

Slide 21 - Quiz

Hoeveel tijd heeft de brandweer gemiddeld nodig om bij brand ter plaatse te komen? 

B. ongeveer 8 minuten

Toelichting: Als je het alarmnummer belt, dan wordt de dichtstbijzijnde brandweer gewaarschuwd. De brandweermensen komen naar de brandweerkazerne toe, trekken hun veiligheidskleding aan en stappen in de brandweerauto. Voordat de auto op pad gaat, zijn er al vaak 5 minuten verstreken na de melding van de brand. Daarna moet de weg worden afgelegd naar de plek waar de hulp nodig is. Hoe verder de brand van de kazerne af is, hoe langer het duurt voor de brandweer ter plaatste kan zijn. Gemiddeld is het 8 minuten, maar het kan ook 15 minuten duren. Bijvoorbeeld als het heel druk is in het verkeer.
- Wie helpt wie? 
- Veiligste vluchtweg 
- Binnendeuren dicht
- Vluchtroute vrij houden
- Vluchtsleutel
- Verzamelplaats
Vluchtplan

Slide 22 - Diapositive

Maak een vluchtplan
Een vluchtplan bestaat uit de afspraken die je met elkaar maakt op het moment dat er brand in jouw huis is.

Waarvoor is een vluchtplan bedoeld?
Antwoord: Een vluchtplan is ervoor bedoeld dat iedereen op tijd veilig buiten is als er brand in huis is.

Maar wat spreek je af in een vluchtplan?

- Wie helpt wie? 
Niet iedereen kan zichzelf op tijd redden. Dus help elkaar. Denk aan jongere broertjes of zusjes, of de huisdieren. Bv. Papa neemt broertje Joey mee en mama de kat Snoetje 

- Veiligste vluchtweg
De veiligste route is de route waar geen rook of vuur is. De route die je iedere dag loopt om naar je slaapkamer te gaan, dat is de route die je normaal gesproken ook neemt als je moet vluchten.
Maar als in deze route rook of vuur is, wat is dan een andere vluchtroute? Is er een balkon? Of via het raam?

- Binnendeuren dicht
Met de deuren dicht kan de giftige rook zich niet zo snel door het huis verspreiden. Je hebt dan meer tijd om te vluchten.

- Vluchtroute vrij houden
Zorg er voor dat er geen spullen in de vluchtroute liggen, zoals schoenen op de trap of een tas in de gang. Wanneer het licht is kun je dit prima zien maar wanneer dit midden in de nacht is zorgt dit voor een gevaarlijke situatie 

- Vluchtsleutel
Zorg er voor dat er altijd een vluchtsleutel bij de deur hangt. Zo hoef je niet te zoeken naar een sleutel en kun je veilig naar buiten

- Verzamelplaats
Spreek een verzamelplaats af met elkaar. Zo weet jij en de brandweer zeker dat iedereen veilig buiten is. 
zorg voor een vrije route

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proefje

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brand kun je voorkomen door:
A
Veel elektrische apparaten aansluiten op een stekkerdoos
B
Batterij vol? Opladers uit het stopcontact!
C
Patat bakken in een gewone pan met olie
D
Het schoorsteenkanaal vegen

Slide 25 - Quiz

Brand kun je voorkomen door:

Antwoord: B en C
Branden ontstaan vaak doordat stekkerdozen worden overbelast. Stekkerdozen die aan elkaar worden gekoppeld en veel apparaten tegelijk in gebruik.

Sluit grootverbruikers rechtstreeks aan op het stopcontact. Denk bijvoorbeeld aan kacheltjes, haarföhn, frituurpan, gourmetstellen.

Gebruik voor patat bakken een frituurpan met thermosstaat. Die zorgt ervoor dat het vet niet heter wordt dan 180 graden. Want als de olie meer wordt verwarmd, tot ongeveer 300 graden, dan zal het vet gaan branden.

Apparaten met een accu moet je opladen. Is het apparaat vol? Stekker uit het stopcontact. Laad op in ruimte met rookmelder. Niet in de vluchtroute. Gebruik originele opladers en onbeschadigde kabels. 

Door de schoorsteenpijp jaarlijks te vegen is er minder kans op het ontstaan van schoorsteenbranden.
Je bent je tablet aan het opladen tussen je kussens. Wat kan er mis gaan?
A
De tablet wordt zo warm dat er brand ontstaat.
B
De batterij kan exploderen
C
Er kan niets mis gaan.

Slide 26 - Quiz

Quizvraag:
Je bent je tablet aan het opladen tussen de kussens. Wat kan er mis gaan?

Antwoord:  A
Herken het gevaar van een tablet tussen kussens of op de bank of in je bed. Door het opladen wordt het apparaat warm. Als de warmte niet makkelijk weg kan, is er een reeële kans dat er brand ontstaat.

Bespreek:
  • Leg de tablet op een harde, niet brandbare ondergrond. 
  • Gebruik altijd originele opladers.
  • Laad het liefst overdag op in een ruimte met een rookmelder.
  • Haal na het opladen de stekker uit het stopcontact.

1)

Wanneer kan je het beste
een elektrisch apparaat opladen?
A
Altijd
B
Overdag
C
Als het nodig is
D
Als je slaapt

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra aandacht voor laders

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4)

Vlam in de pan!
Wat doe je dan?
A
Hard gillen en naar buiten rennen
B
Water erover gooien
C
Pan oppakken en buiten zetten
D
Deksel erop, gas uit, afzuigkap uit

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Proefje

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 31 - Question ouverte

Wat heb je geleerd vandaag? 

- Verschillende oorzaken van brand
- Gevaren bij brand
- Het maken van een vluchtplan
- Het voorkomen van brand
- Wat er gebeurt als je 112 belt
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Wat vond je van deze les? 
Bespreek: Heb je nog verbeterpunten?
zou je later bij de brandweer willen ?
Ja, lijkt me leuk
Misschien wel
Nee, niets voor mij

Slide 33 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions