Woensdag 15-05-2024

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2-4

Wilkommen!

Was machen wir heute?

Hören/sehen: Immer weniger babys in Deutschland (+- 5 min)

Grammatik: Wechselpräpositionen (+-30 min)

Sprechen: Wie war euer Urlaub? (+-10 min)

Wechselpräpositionen

(Keuzevoorzetsels)

Weet je nog?

aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, außer, gegenüber, entgegen

(hierna komt altijd de 3e naamval (meewerkend voorwerp = Dativ)

durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang

(hierna komt altijd de 4e naamval (lijdend voorwerp = Akkusativ)

Ich fahre mit d.. Zug (m)

1. der
2. das
3. dem
4. die

Er kommt aus d.. Wohnung (v).

1. der
2. die
3. das
4. dem

Meine Schwester ist bei d..... Zahnarzt(m).

1. der
2. dem
3. die
4. das

Die Blume ist für ............ Opa.

1. der
2. den
3. die
4. das

Er geht durch .......... Zimmer (o)

1. einen
2. ein
3. eines
4. eine

Ohne ........... Vater werde ich es nicht tun.

1. mein
2. meiner
3. meinen
4. meine

Keuzevoorzetsels

Jullie weten dat er voorzetsels zijn die een derde naamval krijgen en voorzetsel met een vierde naamval. We gaan hier nog een groep aan toevoegen.

Keuzevoorzetsels +3/+4

an

 auf

hinter

neben

in

unter

über

 vor

zwischen

aan/op

op

achter

naast

in/over

onder

over/boven

voor

tussen

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                                                       wann? (=wanneer)

ERGENS ZIJN

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar staat hij? "voor de deur" dus DATIV

Er steht vor der Tür.

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)

ERGENS KOMEN

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen? springt hij "in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

7/2 regel

Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord?

7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval

2= auf, über--> 4e naamval

Ich warte auf meine Mutter.

Der Vater ist stolz auf seinen Sohn.

Er weiß sehr viel über mich. 

 

Keuzevoorzetsels

Sommige voorzetsels hebben in het Duits een vaste naamval.

Andere kunnen zowel vast een 4e als een 3e naamval krijgen.

Gelukkig is hier een makkelijk ezelsbruggetje voor!

Ezelsbruggetje

Een auto met vier wielen rijdt

Een auto met drie wielen staat stil

Beweging is 4e naamval

Bevinden is 3e naamval.

Sprechen

Wie war euer Urlaub?