H4 M2A/M2B 1-8

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H4 Goed gemaakt?

Wat gaan we vandaag doen?

Lesstart

Uitleg

Aan de slag

Hoofdstuk 4 Productie

bladzijde 96/97

Wat is productie?

- Het maken van goederen

- Het leveren van diensten

Diensten

Goederen

De kapper

Een aardappel

Een docent

Een glas water

Een fietsenmaker

Een plant

Een product maken (bijvoorbeeld patat)

- Je gaat in verschillende stappen patat maken            

- Eerst de aardappels planten                                  

- Dan de aardappels rooien                                       

- Dan de aardappels schillen                                    

- Dan de aardappels snijden                                    

- Dan de aardappels frituren                                    

Productiefases 

De verschillende stappen van de productie van goederen

Een product maken (bijvoorbeeld patat)

- Je gaat in verschillende stappen patat maken            

- Eerst de aardappels planten                                  

- Dan de aardappels rooien                                       

- Dan de aardappels schillen                                    

- Dan de aardappels snijden                                    

- Dan de aardappels frituren                                    

Productiefasen

- Eerste productiefase: winnen van de grondstof 

- Volgende productiefasen: grondstof bewerken tot een eindproduct

- Productiefasen samen is de productieketen 

Hoeveel productiefasen zijn er maximaal

1. 1
2. 5
3. 2
4. Er is geen maximaal

Grondstoffen?

- Deze komen uit de natuur (bijvoorbeeld) 

> Hout van bomen

> Groente

> Olie

> IJzererts

Bedrijfskolom

Een overzicht van alle bedrijven die meewerken aan een product

Waarom is de consument geen onderdeel van de bedrijfskolom?

De consument

Cacaoboer

Cacaofabriek

Chocoladefabriek

Exporteur van cacaobonen

Supermarkt

Toegevoegde waarde

Het product wordt steeds wat meer waard door elke bewerking

Aanwezigheid?

Aanwezigheid, typ je naam voor de aanwezigheid.

huiswerkcontrole!

Je gaat aan de slag

Je maakt opdracht 1 t/m 8

> Volgende les worden hier vragen over gesteld

> Je gaat nu aan de slag 

> Als je vragen hebt mag je inbellen

Welcome

Terugblik

Bedrijfskolom

1. een stapel bedrijven
2. samenwerkende bedrijven aan een product

Wat hoort niet thuis in de bedrijfskolom?

1. graanboer
2. meelfabriek
3. bakker
4. consument

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.

1. juist
2. onjuist

Terugblik

Wie is een ondernemer?

1. Politie
2. School
3. Apple
4. Heldring College

In welke zin hieronder is het begrip productiefactoren goed omschreven?

Productiefactoren zijn:

1. Hulpmiddelen bij de productie.
2. Kapitaalgoederen.
3. Mensen die werken.
4. Natuur, arbeid en kapitaalgoederen.

Investeren is het kopen van consumptiegoederen

1. Waar
2. Niet waar

Ondernemers die dezelfde soort producten maken of diensten leveren, zijn elkaars .....

1. Partner
2. Werkgever
3. Concurrenten
4. Consumenten

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid wanneer een bedrijf failliet gaat?

1. Stijgt
2. Daalt

In 2020 zijn er in Nederland 1,8 miljoen bedrijven. Tijdens de economische crisis gaat 15% failliet. Hoeveel bedrijven gaan er failliet?

1. 270.000
2. 12.000
3. 120.000
4. 27.000