Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Telefoon in de telefoontas
Laptop blijft in de tas
Boek op tafel
Prenez vos livres
10 minutes d'apprentissage
Voca A + B -> à la page 48
Phrases-clés C -> à la page 50
Les verbes -> à la page 172
Bonjour à tous!
Slide 1 - Diapositive
Aujourd'hui:
- Écouter les phrases-clés C
- Grammaire
- Au travail!
Slide 2 - Diapositive
Écouter les phrases-clés C
à la page 50
Slide 3 - Diapositive
Prends le livre à la page 30/32
Lis le grammaire en silence
Slide 4 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord
Wat weten jullie hier nog over?
Wie weet welk schema bij het bijvoeglijk naamwoord hoort?
Slide 5 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwood
- Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig nw.
In het Frans pas je het bijvoeglijk naamwoord aan, aan het zelfstandig naamwoord dat erbij hoort.
Bijvoorbeeld:
Le garçon porte une vestenoire.
Slide 6 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord schema
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden
Le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge
Ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande
Les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents
Mes copines sont (petit) -> mes copines sont petites
m
v
enk
-
+e
mv
+s
+es
Slide 8 - Diapositive
Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' .....
La voiture (rouge) -> rouge.
Les sacs à dos (gris) -> gris.
m
v
enk
-
+e
mv
+s
+es
Slide 9 - Diapositive
Uitzonderingen (die niet volgens het schema gaan)
Slide 10 - Diapositive
De plaats van het bijv. nw
Het bijvoeglijk naamwoord staat altijd ACHTER het zelfst. nw
- un garçon intelligent
- une route dangereuse
Máár de uitzonderingen in het BOVENSTE lijstje (vorige dia)
+ grand, petit, joli staan altijd VOOR het zelfstandig naamwoord
- une longue route
Slide 11 - Diapositive
Samenvatting
Is het bijvoeglijk naamwoord een uitzondering? -> je hebt geleerd hoe je hem juist moet opschrijven én je weet dat het VOOR het zelfstandig naamwoord moet
Is het bijvoeglijk naamwoord geen uitzondering? -> je schrijft het op aan de hand van het bijv. nw schema én je weet dat het
ACHTER het zelfstandig naamwoord moet
Slide 12 - Diapositive
Hoe wordt het op de toets gevraagd?
Schrijf het bijv. nw in de juiste vorm en zet hem op de juiste plek.
(noir) Il a les _______ cheveux ________.
(nouveau) Elle veut acheter une _______ voiture _______.