Argumenteren - NIJ - 5H

Nederlands
Argumenteren

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Argumenteren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen  
  • Ik herken standpunten en argumenten
  • Ik kan soorten argumenten benoemen.
  • Ik kan de argumentatiestructuur benoemen. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om te weten wat standpunten en argumenten zijn?

Slide 3 - Question ouverte

Argumenteren

> Standpunt (dat wat jij vindt, jouw mening).
> Argument (waarom jij iets vindt).

Slide 4 - Diapositive

Argumenteren - signaalwoorden

> Standpunt (dat wat jij vindt, jouw mening).
        * ik vind..., volgens ons..., kortom..., daarom..., onze            conclusie is..., dus..., etc.

> Argument (waarom jij iets vindt).
         * dat blijkt uit..., want..., omdat..., immers...,                          namelijk..., de reden hiervoor is..., etc.

Slide 5 - Diapositive

Wat is het argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
De meeste ... horen;
B
daarom ... Songfestival.

Slide 6 - Quiz

Feitelijk of waarderend argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 7 - Quiz

Wat is het standpunt?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
Je moet ... uitgaat,
B
want de ... boven nul.

Slide 8 - Quiz

Feitelijk of waarderend argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 9 - Quiz

Wat is het argument?
De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.
A
De militaire ... worden.
B
Dat zal ... bijbrengen.

Slide 10 - Quiz

Wat is het standpunt?
Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken helemaal verboden worden.
A
de overheid ... zorgkosten
B
roken ... verboden worden

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive


Soort argument?
A
feitelijk argument
B
ervaringsargument
C
gezagsargument
D
vergelijkingsargument

Slide 13 - Quiz

‘Uitlekken NIET NODIG’
Soort argument?
A
moreel argument
B
veronderstelling/vermoeden
C
emotioneel argument
D
Nut of (on)gewenst gevolg

Slide 14 - Quiz

”Als Van Gaal zegt dat die speler zijn geld waard is, dan moet hij wel goed zijn.”
A
emotioneel argument
B
feitelijk argument
C
gezagsargument
D
ervaringsargument

Slide 15 - Quiz


Soort argument?
A
moreel argument
B
vergelijkingsargument
C
ervaringsargument
D
feitelijk argument

Slide 16 - Quiz

Carglass: “Een sterretje
kan een barst worden.”
A
vergelijkingsargument
B
ervaringsargument
C
moreel argument
D
emotioneel argument

Slide 17 - Quiz

Soort argument?
A
ervaringsargument
B
gezagsargument
C
feitelijk argument
D
emotioneel argument

Slide 18 - Quiz

"Laat dat maar staan, want dat soort vlees mag ik van mijn geloof niet eten."
A
veronderstelling/vermoeden
B
emotioneel argument
C
moreel argument
D
gezagsargument

Slide 19 - Quiz

'Ik kon me goed inleven in het verhaal: elke keer als de hoofdpersoon verdrietig was, werd ik zelf ook een beetje verdrietig.'

Wat voor soort argument is dit?
A
gezagsargument
B
emotioneel argument
C
moreel argument

Slide 20 - Quiz

"NRC geeft het nieuwe boek van Griet op de Beeck vier sterren. Dan zal het dus wel een goed boek zijn."
A
gezagsargument
B
nut of (on)gewenst gevolg
C
vergelijkingsargument
D
moreel argument

Slide 21 - Quiz

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie                  
  • Onderschikkende argumentatie
  • Nevenschikkende argumentatie       

Slide 22 - Diapositive

Enkelvoudig
Standpunt
Argument

Slide 23 - Diapositive

Onderschikkend
Standpunt
Argument
Ondersteunend argument
want

Slide 24 - Diapositive

Nevenschikkend
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want

Slide 25 - Diapositive

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 26 - Quiz

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 27 - Quiz

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Met je ogen dicht kun je beter luisteren.
Je bent meer ontspannen.
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.
Je wordt nergens door afgeleid.

Slide 28 - Question de remorquage

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 29 - Question de remorquage

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 30 - Question de remorquage

Over welke theorie wil je extra uitleg?

Slide 31 - Question ouverte

Einde van deze les

Slide 32 - Diapositive