LE 25 VPT les 2

LE 25 VPT les 2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

LE 25 VPT les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Integrale opdracht
Leerdoelen
Theorie
Opdrachten
Evaluatie 
Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen
Zijn er nog onduidelijkheden over de integrale opdracht? 

Lijst aanvullen als je al een onderwerp weet voor je weblog

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je de kenmerken van een gezonde pasgeborene

Aan het einde van de les weet je wat de kenmerken zijn van kenmerken van de premature, dysmature en serotiene pasgeborene

Aan het einde van de les kun je aandachtspunten benoemen in het verpleegkundige proces bij de verzorging van kinderen met een aangeboren afwijking

Slide 4 - Diapositive

VPT 2
Lesdoelen
De student

Benoemt via het verpleegkundig proces de verpleegkundige aandachtspunten en zorg bij drie
aangeboren afwijkingen: spina bifida, schisis en syndroom van Down
Lesinhoud

Kennis over verpleegkundige zorg aan ouder en kind bij spina bifida, schisis en syndroom van Down
Een kraamdossier gebruiken we voor?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een normale zwangerschap duurt precies
A
9 maanden
B
tussen de 37-42 weken
C
280 dagen
D
40 weken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van een normale pasgeborene?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
De normale pasgeborene:
37-42 weken geboren
zelfstandige ademhaling (A)
huilt (B)
roze (C)
alert (D) 
normaal warm (E)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kop tot kont onderzoek

Slide 9 - Diapositive

https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/lichamelijk-onderzoek-van-een-pasgeboren-baby

Opdracht
Werkblad invullen
je mag samenwerken
internet
ZorgPad

25min

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer er iets afwijkt
Wat zie je aan een neonaat met spina bifida?
Wat zie je aan een neonaat met syndroom van Down
En wat zie je aan een neonaat met een schisis

Welke aandachtspunten heb je bij de verzorging van deze neonaten? 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spina bifida

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn je verpleegkundige aandachtspunten in de verzorging van een baby met spina bifida?

Slide 13 - Carte mentale

De kinderneuroloog stelt zo goed mogelijk vast welke zenuwen afwijkend of niet functioneren
De kinderneurochirurg onderzoekt het defect van het ruggenmerg, de ernst van een mogelijk waterhoofd (hydrocefalus) en onderzoekt of een operatie mogelijk is om de rug te sluiten.
De kinderfysiotherapeut en kinderrevalidatie arts kijken mee om het niveau van motorisch functioneren zo goed mogelijk vast te stellen.
De kinderorthopeed onderzoekt de wervelkolom en de gewrichten van de armen en benen van uw kind.
De kinderuroloog onderzoekt de functie van de blaas, de urinewegen en de nieren.
De kinderarts focust zich op uiterlijke kenmerken en doet een algemeen lichamelijk onderzoek.

Dit zijn de betrokken artsen, maar wat doe jij als verpleegkundige? 

Een verpleegkundige kan bij een kind met spina bifida de volgende dingen doen:
– Helpen bij de ADL (wassen en aankleden)
– Darmspoelen, dit gebeurt als er incontinentie problemen zijn.
– De wondbehandeling doen bij een kind als het nog in het ziekenhuis ligt.
– De ouders begeleiden tijdens de zorg van het kind
– Soms heeft het kindje steunkousen dan helpt de verpleegkundige met het uit en aantrekken.
Het kan ook zijn dat een kind een dwarslaesie heeft dan heeft de verpleegkundige de volgende taken:
– Het voorkomen van decubitus (wonden door drukplekken), Hierbij is het belangrijk om het kind verschillende houdingen te leggen.
– Het kan ook zou zijn dat een kind een katheter krijgt. Hierbij zou de verpleegkundige kunnen helpen bij de zorg.
De competenties die je kan gebruiken zijn:
– Aandacht en begrip tonen
– Begeleiden
– Voorlichting geven
Syndroom van down

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn je verpleegkundige aandachtspunten in de verzorging van een baby met down syndroom?

Slide 15 - Carte mentale

Verpleegtechnischevaardigheden
Oren druppelen komt vaak voor omdat kinderen met het syndroom van down vaak last krijgen van oorontsteking.
Anamnese
Lichamelijke zorg
Vitale functies meten
Wondverzorging zo nodig
Injecteren zo nodig
Voorlichting aan de ouders en kind
Begeleiding
Disciplines in consult vragen
Nazorg inventarisatie en regelen
Aandachtspunten voor de zorg
Eten en drinken: voeding-stofwisselings patroon, observatie overgang vloeibaar naar vast voedsel, traag werkende schildklier.
Continentie en uitscheidings patroon
Mobiliteit, aandacht voor voldoende beweging
Aandacht voor macht misbruik
Communicatie
Competenties
Dit onderdeel is onder verdeeld in 3 facetten, namelijk;
Opvoeder
Begeleider
Coach
Opvoeder:
Je kunt het kind met een verstandelijke beperking benaderen vanuit het idee dat hij/zij nog veel te leren heeft. Je gaat er dan van uit dat ze hun hele leven een kind blijven dat moet worden opgevoed. Jij bent dan de opvoeder.
Begeleider:
Je kunt het kind met een verstandelijke beperking ook benaderen vanuit het idee dat hij is zoals hij is. Als verpleegkundige heb je dan de taak om het kind met een verstandelijke beperking te begeleiden en zijn leven zo aangenaam mogelijk te maken. Bij deze benaderingswijze loop je de kans dat het kind met een verstandelijke beperking te veel te betuttelen en afhankelijker te maken dan nodig is.
Coach:
Een derde manier van benaderen is dat je uitgaat van het idee dat het kind met een verstandelijke beperking zichzelf ontwikkelen en eigen mogelijkheden hebben. Deze benaderingswijze sluit het meest aan bij de moderne visie op zorg voor kinderen met een verstandelijke beperking. Je helpt het kind waar nodig, maar zorgt ervoor dat hij/zij zo veel mogelijk zijn eigen keuzes kan maken. Je stimuleert hem waar mogelijk tot zelfredzaamheid.
Schisis

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn je verpleegkundige aandachtspunten in de verzorging van een baby met een schisis?

Slide 17 - Carte mentale

verpleegtechnische vaardigheden
psychosociale begeleiding ouders
spil in multidisciplinair team
Benoem 2 punten die we vandaag behandeld hebben

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Integrale opdracht!!!!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen? 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions