BERH: TH9 BS1 Bladeren

Thema 9 Planten
BS1 Bladeren
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 9 Planten
BS1 Bladeren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesverloop

  1. Voorkennis testen (LessonUp Voorkennis)
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg

  4. (Extra) Kennisvragen
  5. Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



  • De bouw van bladeren
  • Fotosynthese
  • Stevigheid door water
  • De werking van huidmondjes


9.1.1 Je kunt de bouw en functie van bladeren en het belang hiervan voor de fotosynthese beschrijven.


  • sluitcel
  • opperhuid (van een blad)
  • nerf
Leerdoelen

Waar gaat deze basisstof over?

Begrippen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen van een plant
Een plant bestaat ook uit organen, net zoals bij mensen:

Wortels - functie:
  • Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen)
  • Stevigheid (vast aan de grond)
  • Opslag van reservestoffen
Stengels - functie:
  • Transport van water met opgeloste stoffen
  • Plant overeind houden
Bladeren - functie:
  • Nerven voor transport water met opgeloste stoffen
  • Maken van voedingsstoffen via fotosynthese
Bloemen - functie:
  • Voortplanting > maken van zaden

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het vastzetten in de bodem een functie van de wortels?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een blad

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn de meeste bladeren dun met een grote oppervlakte?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een blad
Weefsels van een blad

  1. opperhuid met huidmondjes
  2. bladmoes: weefsel met bladgroenkorrels
  3. vaatbundels

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VAATBUNDEL
OPPERHUID
BLADMOES
OPEN HUIDMONJE
DICHT HUIDMONJE
WASLAAGJE

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opperhuid 
- Opperhuid (bovenkant)
- Opperhuid met huidmondjes (onderkant)

Functie van opperhuid (met waslaagje):
- Beschermen het blad tegen uitdroging en ziekteverwekkers.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladmoes
Weefsel met bladgroenkorrels 

Functie:
- Fotosynthese laten plaatsvinden.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NERVEN
VAATBUNDELS (meer hierover in BS2) van het blad

Functie:
- Transport van stoffen door de plant heen (water, mineralen en suikers)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidmondjes
Tussen de cellen van de opperhuid (onderkant van blad) liggen huidmondjes.  
Functie:
  • Via de huidmondjes neemt de plant koolstofdioxide op en geeft zuurstof af.

Plant verliest water via de huidmondjes als die open staan (verdamping).

Huidmondjes hebben bladgroenkorrels! (opperhuid en nerven niet).

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ko
huidmondjes 
Mis het volgende filmpje niet!! 

Slide 14 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een huidmondje, en waar vind je ze?
A
een kleine opening aan de bovenkant van bladeren van een plant.
B
een kleine opening in de wortels van een plant.
C
een kleine opening binnen de cellen van een plant.
D
een kleine opening aan de onderkant van bladeren van een plant.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten verliezen het grootste deel van hun water via...
A
de wortels
B
de huidmondjes als ze open gaan
C
de huidmondjes als ze dicht gaan
D
de celwanden van de huidmondjes

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de cellen van een huidmondje van een blad kan fotosynthese plaatsvinden
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van huidmondjes

  • ’s Nachts zijn vrijwel alle huidmondjes gesloten. 
  • Als het droog is gaan de huidmondjes ook overdag dicht. 
  • Wanneer de huidmondjes gesloten zijn, kan de plant geen koolstofdioxide opnemen uit de lucht >> er vindt dan geen fotosynthese plaats. 
  • Een huidmondje bestaat uit twee sluitcellen (afbeelding).
  • Als de sluitcellen water opnemen, worden de vacuolen van de sluitcellen groter. De stevigheid van de sluitcellen neemt hierdoor toe en de cellen veranderen van vorm. De opening tussen de sluitcellen wordt dan groter. 
  • Als de stevigheid van de sluitcellen door waterverlies afneemt, gaat de opening tussen de sluitcellen dicht. Het huidmondje gaat daardoor ook dicht.
huidmondje open
huidmondje gesloten
sluitcel: hiermee kan een huidmondje openen en sluiten.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaan de huidmondjes 's nachts dicht?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kunnen de huidmondjes overdag niet (altijd) gesloten zijn?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de sluitcellen water opnemen, worden de vacuolen van de sluitcellen ...... De stevigheid van de sluitcellen neemt hierdoor ....... en de cellen veranderen van vorm. De opening tussen de sluitcellen wordt dan .......

A
groter/ toe/ groter
B
kleiner/ toe/ groter
C
groter/ af/ groter
D
groter/ toe/ kleiner

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid van planten

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid door water
De stevigheid van een blad (slap of stevig) is afhankelijk van de hoeveelheid water in de vacuolen van cellen. 

Plant krijgt water
Vacuolen vol met water >> het vocht in de vacuole drukt het celmembraan tegen de celwand. De celwand kan niet uitrekken en duwt terug. Blad is stevig.

Tekort aan water
Er verdwijnt water uit de vacuolen van de cellen. 
  • Hierdoor neemt de druk van de cel tegen de celwand af.
  • De opperhuid en het weefsel met bladgroenkorrels verliezen hun stevigheid. 
  • De plant gaat slap hangen. Als je de plant water geeft, worden de plantencellen weer stevig.

1 Stevige cel: de vacuole oefent druk uit op de celwand.
2 Minder water: de druk neemt af, de cel wordt minder stevig.
3 Watertekort: de cel wordt slap.
1
2
3

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor hebben alle organismen energie nodig?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese en verbranding

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onthoud!
  1. Alle levende wezens hebben energie nodig. 
  2. Energie krijgen ze door het verbranden van suikers in hun cellen (afkomstig van voedingsstoffen).
  3. Bij verbranding van suikers in de cellen is zuurstof nodig. Bij verbranding kommen energie (ATP) en CO2 vrij. 
  4. Alle levenden wezens doen aan verbranding!
  5. Alleen een paar organismen zoals planten (en bepaalde soorten bacteriën) kunnen de zonne-energie opvangen en die omzetten in suiker (glucose)! Dit proces noemen me FOTOSYNTHESE. 
  6. FOTOSYNTHESE gebeurt in alle groene delen van een plant.
  7. Alle organismen zijn van de zonne-energie afhankelijk!
  8. Dit betekent dat we allemaal van planten afhankelijk zijn.

bladgroenkorrels

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het plaatje goed en onthoud!

  1. FOTOSYNTHESE gebeurt in cellen met bladgroenkorrels.
  2. De bladgroenkorrels kun je zien als de keukentjes van de plant: hier toveren ze eten (suiker) uit lucht, CO2 en licht! En daarbij komt zuurstof vrij!
  3. Suiker is een brandstof (energierijke stof). Maar suiker is nog geen bruikbare energie voor organismen!
  4. Suiker wordt in alle cellen van de plant (en andere organismen) verbrand om bruikbare energie te krijgen. Dit betekent dat planten (en alle organismen) fabriekjes nodig hebben (mitochondriën) waar suiker verbrand wordt met de hulp van zuurstof. 
  5. Planten (zoals de meeste organismen) hebben zuurstof nodig (omdat ze moeten hun zelfgemaakte suiker ook nog verbranden!)
verbranding en fotosynthese 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten
Producenten
Produceren glucose (= org. stof)
Glucose bevat veel energie

Een deel van de glucose gaat naar de volgende schakel van de voedselketen --> planteneters eten de planten (consumenten)



en licht!

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ko
Fotosynthese en verbranding
Mis het volgende filmpje niet!! 

Slide 32 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Is zuurstof een afvalproduct van fotosynthese?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

JUIST
ONJUIST
Fotosynthese vindt overdag in alle delen van de plant plaats.
 

In een groene, onrijpe paprika kan fotosynthese plaatsvinden. 
Een aspergestengel wordt groen als hij boven de grond komt. 
Als we komkommer eten, eten we eigenlijk zonne-energie. 
Een functie van bladeren is het maken van glucose

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke onderdelen maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen ?
A
huidmondjes
B
bladgroenkorrels
C
vaatbundels
D
wortelharen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk proces wordt hier afgebeeld?
A
Fotosynthese
B
Verbranding

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie doet er NIET aan fotosynthese?
A
Cactus
B
Eik
C
Bloemkool
D
Koolwitje

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
A
zuurstof
B
glucose
C
water
D
zetmeel

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe neemt een plant koolstofdioxide op?
A
via de huidmondjes
B
via de wortels
C
niet
D
via de stengel

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeding
Zuurstof
ATP (bruikbare energie
CO2
water
O2
koolstofdioxide
suiker

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn drie kleine kweekkassen met organismen. De kassen staan in het licht. Bilal meet een tijdlang de hoeveelheid koolstofdioxide en zuurstof in de lucht van elke kweekkas. De resultaten van Bilals metingen zie je in drie diagrammen. Bij elke kweekkas hoort een diagram.

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag! (leerwijzer)
  1. Lees de BS in je boek. 
  2. Bekijk beschikbare videos in Malmberg + Biologie met Joost
  3. Maak aantekeningen van wat je geleerd hebt. 
  4. Plaatjes tekenen (als het nodig is). Zo leer je goed.

  5. Maak alle opdrachten in je boek; extra opdrachten ook! 
  6. KIJK NA!
  7. Leg uit: leg aan iemand uit wat je hebt geleerd.
  8. Doe de Test Jezelf online.
  9. Ga naar Biologiepagina.nl om te oefenen.
  10. Noteer je vragen. Komt naar mij toe voor uitleg.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS1 opdracht 8 t/m 11

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions