Verkoopgesprek

Verkoop gesprekken 
3
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verkoop gesprekken 
3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

In het filmpje zag je hoe een slecht verkoopgesprek gevoerd werd. Wij gaan je  leren hoe jij een goed verkoopgesprek kan voeren. Dit kan je nodig zijn in je werk, bijvoorbeeld als je ervoor kiest om in een winkel te gaan werken. Je gaat erachter komen of dit bij jou past. Wie weet schuilt er in jou wel een verkooptopper of misschien ga je dit ook wel niks vinden, maar dan heb je dat in ieder geval geleerd over jezelf.
Tijdens deze opdrachten werk jij in de schoenenwinkel Zo-schoen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Op het moment er iemand de winkel binnen komt wil jij er natuurlijk een klant van maken, in plaats van een alleen een bezoeker. Als jij iemand iets wil verkopen is het belangrijk dat diegene zich welkom voelt. Dit doe je onder andere door de klant te begroeten. Denk hierbij nog even terug aan een eerdere les, het aanspreken van mensen. Doordat jij de klant begroet weet de klant dat jij hem gezien hebt en je maakt meteen een goede eerste indruk als die beleefde verkoper.
Nadat jij de bezoeker hebt begroet laat je deze persoon eerst eventjes rondkijken. Dit noemen we landen. Hoe lang je dit doet verschilt per situatie. Misschien zie jij de bezoeker rechtstreeks op zijn doel aflopen, dan kan jij er vrij snel heen lopen om de bezoeker te helpen. Maar zie jij degene gewoon even rustig rondkijken, laat dit dan eerst even gebeuren. Zo voelt de bezoeker zich niet opgejaagd. Wacht maximaal 3 minuten voordat je op de klant afstapt.
Op het moment dat jij naar de klant toestapt stel jij als eerste een open vraag, die jij hebt geleerd in de vrp vorige lessen. Een voorbeeld hiervan kan zijn: “Waarnaar bent u op zoek?”

Slide 5 - Diapositive

Waarom zal je niet langer dan 10 minuten moeten wachten om op de bezoeker af te stappen?

Slide 6 - Question ouverte

Kelvin is 12 jaar en loopt bijna meteen op een paar sneakers af.
Hoe zal jij Kelvin begroeten, wanneer loop je naar hem toe en wat vraag je dan?

Slide 7 - Question ouverte

Meneer Hendriks kijkt rustig even rond en gaat vervolgens zitten voor een rij nette heren schoenen.
Hoe zal jij meneer Hendrins begroeten, wanneer loop je naar hem toe en wat vraag je dan?

Slide 8 - Question ouverte

Ilse is 28 jaar en zodra zij de winkel binnen komt zie je dat ze iets zoekt en lijkt het alsof ze haast heeft.
Hoe zal jij Ilse begroeten, wanneer loop je naar hem toe en wat vraag je dan?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Heel goed, jij hebt het verkoopgesprek gestart. Nu is het belangrijk om erachter te komen wat de bezoeker zoekt en waarom hij dit zoekt. Waarom iemand iets zoekt noemen wij het koopmotief. Wat iemand zoekt noemen wij de koopbehoefte.
Jij bent op zoek naar een nieuwe trui, want het wordt winter en je wil het niet koud hebben. Dan is het feit dat jij het niet koud wil hebben jouw koopmotief en de trui de koopbehoefte. Achter beide kan je komen door vragen te stellen aan de bezoeker. Naast dat het belangrijk is dat je vragen stelt is het natuurlijk ook heel belangrijk om de antwoorden te onthouden, zodat jij later zo goed mogelijk aan de vraag kan voldoen en zoveel mogelijk kan verkopen. 
koopmotief                                                                    Koopwens 

Slide 11 - Diapositive

Sleep de witte vakken naar koopmotief of koopbehoefte

Koopbehoefte
Koopmotief

Bereikbaar willen zijn
Een mobiele telefoon
Warme voeten willen hebben 
Sloffen
Met zonnig weer kunnen zien 
Zonnebril
Lekker willen ruiken
Parfum
Je haar in model houden
Gel

Slide 12 - Question de remorquage

Het is weer zaterdag en jij bent aan het werk bij Zo-schoen. Iris loopt de winkel in. Je hebt haar zojuist begroet, je bent er heen gelopen en hebt gevraagd waarna Iris op zoek is. Bedenk 3 vragen die je daarna nog aan Iris zal kunnen stellen.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Mathilde komt bij jou in de winkel op zaterdag. Zij heeft jou verteld dat zij opzoek is naar een paar zwarte schoenen voor als zij werkt. Zij werkt in de horeca en moet de hele dag veel lopen. Bekijk de afbeelding. Schrijf twee dingen op wat tegen jij haar zal zeggen om haar te informeren.

Slide 15 - Question ouverte

Mathilde komt bij jou in de winkel op zaterdag. Zij heeft jou verteld dat zij opzoek is naar een paar zwarte schoenen voor als zij werkt. Zij werkt in de horeca en moet de hele dag veel lopen. Bekijk de afbeelding. Schrijf twee dingen op wat tegen jij haar zal zeggen om haar te informeren.

Slide 16 - Question ouverte

Mathilde komt bij jou in de winkel op zaterdag. Zij heeft jou verteld dat zij opzoek is naar een paar zwarte schoenen voor als zij werkt. Zij werkt in de horeca en moet de hele dag veel lopen. Bekijk de afbeelding. Schrijf twee dingen op wat tegen jij haar zal zeggen om haar te informeren.

Slide 17 - Question ouverte

Mathilde geeft aan dat ze het eerste paar schoen het mooiste vindt, maar dat de tweede het lekkerst zitten. De derde worden het sowieso niet omdat ze niet volledig zwart zijn. Welke schoenen zal jij Mathilde adviseren en waarom?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Sleep de afbeelding naar het juiste begrip
Folluw-up artikel
Vervolgartikel 
Bijartikel

Slide 20 - Question de remorquage

Je bent nog steeds aan het werk bij Zo-schoenen. Bedenk 3 artikelen die je bij schoenen zal kunnen verkopen. Je mag het opzoeken op internet als je er niet uitkomt.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Nu de bezoeker alles heeft wat die nodig heeft is het tijd om van de bezoeker een klant te maken. Dit doe je door de koop te bevestigen. Dat kan je bijvoorbeeld doen door te vragen of deze artikelen het mogen worden. De bezoeker wordt een klant op het moment dat de klant ook echt afrekent. Het is belangrijk dat je dit op de goede manier doet. Hiermee gaan we in een andere les oefenen. Tot slot neem je op de juiste manier afscheid. Zo kan je de klant veel plezier wensen met zijn aankoop en natuurlijk nemen we beleefd afscheid.

Slide 23 - Diapositive

Niet alleen als je in een winkel werkt moet je verkopen. Bedenk 2 andere beroepen waar je ook bij moet verkopen

Slide 24 - Question ouverte

Praktijkopdracht
Bij deze opdracht werk je samen met een klasgenoot. 

Bedenk een product waar je veel vanaf weet.  Pak een A4 en knip deze inrieën. Schrijf op elk briefje een artikel.
 Bijvoorbeeld ik weet veel van Iphones.  Dan schrijf ik op 1 briefje, de Iphone SE,  op 1 briefje de Iphone 11 en op 1 briefje de Iphone 10

Jij bent de verkoper van de producten en je klasgenoot is dan de klant. Jij werkt in de winkel en je klasgenoot komt binnen. Voer het verkoopgesprek.

Als je klaar bent wissel je met je klasgenoot en dan ben jij de klant.

Slide 25 - Diapositive