MAVO NASK 1 EXAMENTRAINING 4
1 / 32
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Hoe zorg je ervoor dat je goed voorbereid bent op je examen?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat is het verschil tussen een vector en een pijl?
Slide 7 - Question ouverte
Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting
Slide 8 - Question de remorquage
Als je iets laat vallen, valt het naar beneden.
Als je iets
met je spieren
doet.
met je spieren
doet.
Als je een touw strak trekt, trekt het touw terug.
De tafel duwt terug op het voorwerp dat er op staat
Als 2 magneten elkaar aantrekken.
Als je een elastiekje uitrekt en het terug vormt
Zwaartekracht
Spier kracht
Span kracht
Veer kracht
Magnetische kracht
Normaalkracht
Slide 9 - Question de remorquage
De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen.
meetinstrument
symbool eenheid
symbool grootheid
eenheid
grootheid
F
kracht
N
Newton
Veerunster
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Vidéo
De zwaartekracht aflezen op een meter
4,3 N
36 N
3,1 N
2,2 N
Slide 12 - Question de remorquage
Op welke plaats grijpt de zwaartekracht aan?
A
Precies in het midden
B
Onderaan het voorwerp
C
Waar de krachten elkaar raken
D
In het massamiddelpunt
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Lien
Welke kracht zorgt er voor dat voorwerpen niet door het oppervlak zakken?
A
Zwaartekracht
B
Nettokracht
C
Tegenwerkende kracht
D
Normaalkracht
Slide 15 - Quiz
Massa
Gewicht
Is het massa of gewicht?
100 N
20 gram
m
Fz
5 kilogram
7,6 kg
Slide 16 - Question de remorquage
Slide 17 - Lien
De kat hiernaast heeft een massa van 8 kg. Hoe groot is de zwaartekracht?
Slide 18 - Question ouverte
Bereken de nettokracht bij afbeelding 1 en 2.
690N
310N
90N
510N
Slide 19 - Question de remorquage
Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?
A
Het voorwerp remt
B
Het voorwerp verstelt
C
Het voorwerp staat stil
D
Het voorwerp valt
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Lien
Slide 22 - Vidéo
Leg in je eigen woorden uit hoe je een kracht samenstelt en/of ontbindt.
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Lien
Slide 25 - Vidéo
Slide 26 - Lien
19. Bereken voor elke hefboom in de tabel hieronder of er evenwicht is.
Wel in evenwicht
Niet in evenwicht
A
B
C
Slide 27 - Question de remorquage
Slide 28 - Lien
Is de hefboom in evenwicht?
F1×l1=F2×l2
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Lien
Slide 31 - Vidéo
Bereken de druk op het oppervlak als er 45 kg op 0,3 m2 werkt.
