3h5 20/1 zke + francofonies

Bienvenue au cours de français!

3h5
le 20 janvier 2021

Au programme:
- rappel!! d-toets
- corriger: la francophonie - compréhension orale
- uitleg verbe Connaître 
- Bron D+J zinnen

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue au cours de français!

3h5
le 20 janvier 2021

Au programme:
- rappel!! d-toets
- corriger: la francophonie - compréhension orale
- uitleg verbe Connaître 
- Bron D+J zinnen

Slide 1 - Diapositive

Le planning
13/1/2021 --- Luva francofonie youtube, herhaling grammaire, bron a of b
19/1/2021 --- Formatieve toets grammatica (onregelmatige werkwoorden)
20/1/2021 --- (Bron D+J zinnen), Bron G grammatica (werkwoord) ----> ...........
26/1/2021 --- Bron I grammatica (herhaling), Bron H in groepjes
27/1/2021 --- Francofolies, opfrissen chapitre 1 t/m chapitre 3.

Questions?

Slide 2 - Diapositive

- huiswerk online

- vragenuurtje vanmiddag!
@mensen die nog wat moeten inleveren: tot vanmiddag tijdens het vragenuurtje. Voor jullie verplicht! :) 

- wat hebben jullie nodig?

Slide 3 - Diapositive

Wat heb jij nodig tijdens de lessen Frans?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Ex. 1
Welke vraag staat centraal in dit filmpje?
......

Slide 6 - Diapositive

Ex. 2 - waar of niet waar?
Welke vraag staat centraal in dit filmpje?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Ex. 3
Waar staan deze getallen voor?
67 millions = ............
274 millions = ............
5e = ............
3e = ............
4e = ............

Slide 9 - Diapositive

Ex 4.
Leg in eigen woorden uit waarom het aantal Franstaligen in de komende 50 jaar flink zal toenemen
......

Slide 10 - Diapositive

Ex 5.
De verspreiding van de Franse taal heeft voordelen voor Frankrijk. Noem minstens één voordeel dat in het filmpje wordt genoemd.
......

Slide 11 - Diapositive

Ex. 6
Maak de volgende zin af in het Frans. Sluit aan bij wat je in het filmpje gezien en gehoord hebt; gebruik ongeveer 10 woorden. 

C'est malin d'apprendre le français, car... (Het is slim om Frans te leren, want...)

Slide 12 - Diapositive

Connaître
kennen

Slide 13 - Diapositive

Connaître  - présent

je connais
tu connais
il/elle connaît
nous connaissons
vous connaissez
ils/elles connaissent
kennen - tegenwoordige tijd

ik ken
jij kent
hij/zij kent
wij kennen
u/jullie kennen
zij kennen

Slide 14 - Diapositive

connaître - passé composé

J'ai connu
tu as connu
il/elle a connu
nous avons connu
vous avez connu
ils/elles ont connu
kennen - voltooide tijd

ik heb gekend
jij hebt gekend
hij/zij heeft gekend
wij hebben gekend
u/jullie heeft/hebben gekend
zij hebben gekend

Slide 15 - Diapositive

Connaître - imparfait
regel=
 stam nous-vorm présent + uitgang
je connaissais
tu connaissais
il/elle connaissait
nous connaissions
vous connaissiez
ils/elles connaissaient
kennen - verleden tijd


ik kende
jij kende
hij/zij kende
wij kenden
u kende/jullie kenden
zij kenden

Slide 16 - Diapositive

connaître - futur simple
Regel=stam + uitgang avoir

je connaîtrai
tu connaîtras
il/elle connaîtra
nous connaîtrons
vous connaîtrez
ils/elles connaîtront
kennen - toekomende tijd
=zal/zullen

ik zal kennen
jij zult kennen
hij/zij zullen kennen
wij zullen kennen
jullie/u zult kennen
zij zullen kennen

Slide 17 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Tu connaissais
B
Tu connais
C
Tu connaitras
D
Tu connaitre

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Elles ont connu
B
Elles connaissaient
C
Elles sont connu
D
Elles connaitre

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de present?
A
Ils connaissaient
B
Ils connaissent
C
Ils connaitre
D
Ils ont connu

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de imparfait?
A
Je connaitrais
B
Je cannais
C
Je connaissais
D
Je connaissaitrais

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de futur simple
A
Elles ont connu
B
Elles connaissaient
C
Elles sont connu
D
Elles connaitront

Slide 22 - Quiz

nous avons connu
vous connaîtrez
il connaît
nous connaissons
il connaîtra
on connaissait
wij hebben gekend
hij kent
u zal kennen
wij kennen
hij zal kennen
wij kenden
hij kende
jullie kennen

Slide 23 - Question de remorquage

Au travail!
- Fais ex. 33, 34!!, 35a, 
- Lever als dat nodig is nog je tabel in en je oefentoets. zorg dat je tabel nagekeken is!!! anders noteer ik het alsnog als huiswerk niet af.
- Apprends le verbe connaître

Huiswerk voor maandag:
- Fais ex. 33, 34!!, 35a, 
- Lever als dat nodig is nog je tabel in en je oefentoets. zorg dat je tabel nagekeken is!!! anders noteer ik het alsnog als huiswerk niet af.
- Apprends le verbe connaître


Slide 24 - Diapositive

Les devoirs pour mardi 26 janvier 
Huiswerk voor maandag:
- Fais ex. 33, 34!!, 35a,
- Lever als dat nodig is nog je tabel in en je oefentoets. zorg dat je tabel nagekeken is!!! anders noteer ik het alsnog als huiswerk niet af.
- Apprends le verbe connaître
- Kijk de video!!!! 

Slide 25 - Diapositive

tip & top voor de lessen Frans.
1. tip............
2. top..........

Slide 26 - Question ouverte

Vergeet niet:

Reminder van de stof voor de toets in de toetsweek:
Woordenlijst + Phrases Clés van Chapitre 3 
+ alle werkwoordstijden van de volgende werkwoorden: avoir, etre, faire, aller, prendre, venir

(présent, passé composé, imparfait, futur simple, conditionnel. Zie ook 
p. 138 van je livre de textes)

Slide 27 - Diapositive