Economisch bekeken - H6.2 Particulier of collectief - B/K

6.2. Collectief en particulier (B) /
5.2. Particulier en Collectief (K)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.2. Collectief en particulier (B) /
5.2. Particulier en Collectief (K)

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Collectief goed: Ja of Nee?

Slide 3 - Diapositive

Collectief: Ja of Nee?

Slide 4 - Diapositive

6.2. Collectief en particulier (B) /
5.2. Particulier en Collectief (K)

Slide 5 - Diapositive

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat er bedoeld wordt met de collectieve sector en
      voorbeelden noemen.
  • uitleggen wat de sociale zekerheid is en solidariteitsbeginsel is *.
  • uitleggen wat er bedoeld wordt met de particuliere sector en
      voorbeelden noemen.
  • uitleggen wat een kartel is *.
  • uitleggen wat nationalisatie en privatisering is *.
Wat gaan we leren?

Slide 6 - Diapositive

  • De collectieve sector zijn
      instellingen die afhankelijk zijn van geld
      dat ze uit de belastingen en sociale
      premies krijgen.
  • Deze bestaat uit:  mensen die werken voor
      de overheid, mensen die werken voor de
      gesubsidieerde instellingen (school,
      bibliotheek) en mensen die werken bij de
      instellingen die zorgen voor de sociale
      zekerheid.

Collectieve sector

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

  • De particuliere sector zijn alle bedrijven
      die naar winst streven (winkels,
      restaurants, taxibedrijven etc.).
  • Zij zijn afhankelijk van de
     verkoopopbrengsten en moeten dus winst
     maken. Anders gaan ze failliet.
  • Zij mogen zelf weten hoe en wat ze
      produceren, zolang ze zich maar houden
      aan de regels van de overheid.

Particuliere sector

Slide 11 - Diapositive

  • De collectieve sector (overheid) winkelt
      bij de particuliere sector.
      Voorbeeld: het schoonmaakbedrijf dat bij
      de gemeente schoonmaakt, het bedrijf dat
      voedsel levert voor de personeelskantine.
  • De overheid is ook (mede-)eigenaar van
      sommige bedrijven in de particuliere
     sector, bijvoorbeeld sommige banken, maar
     ook de NS en Schiphol.
  • De overheid deelt mee in de winst van de
     bedrijven.
Waar winkelt de overheid?

Slide 12 - Diapositive

  • Een sociale uitkering is een
      bedrag dat de overheid betaalt
      om de gevolgen van bijvoorbeeld
      ziekte, werkloosheid en
      ouderdom op te vangen.
  • Sociale premies is geld dat de
      overheid vraagt voor de sociale
      verzekeringen. Iedereen met een
      inkomen betaalt hier aan mee.
Sociale uitkeringen en sociale premies

Slide 13 - Diapositive

  • Sociale zekerheid zijn alle maatregelen
     waarmee de overheid ervoor zorgt dat
     iedereen verzorging of inkomen krijgt die
     daar zelf niet voor kan 
    zorgen.
  • Solidariteitsbeginsel het uitgangspunt dat
      mensen met een inkomen meebetalen aan
      uitkeringen en zorg voor mensen die geen
      inkomen hebben of geen zorg kunnen
      regelen.
Sociale zekerheid *

Slide 14 - Diapositive

  • Een kartel is een groep
     bedrijven die samen
     afspraken hebben om
     de concurrentie te
     verminderen.
  • Dit is verboden!
Kartel *

Slide 15 - Diapositive

  • Privatisering is het overgaan van
      instellingen van de collectieve
      naar de particuliere sector
  •  Nationalisatie is het overgaan
       van bedrijven of instellingen van
       de particuliere naar de
       collectieve sector.
Privatisering en Nationalisatie *
1989
2013

Slide 16 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 17 - Diapositive

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven (opdracht 1 t/m 13) op
     bladzijde 38 en 39!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 14 t/m 27 op bladzijde 39 en 40.




  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Gatentekst
1) _______ is het systeem van de overheid dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit gebeurd op basis van het 2) _______. Dit betekent dat degenen die meer verdienen meer betalen, zodat degenen die minder verdienen of kwetsbaarder zijn, ook kunnen rekenen op ondersteuning. 3) _______ zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. De collectieve sector en sociale zekerheid worden betaald van belastinggeld en 4) _______. Bedrijven en huishoudens die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de 5) _______. 6) _______ werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. Als de overheid taken aan de particuliere sector geeft noemen we dat 7) _______. Andersom noemen we wat dat 8) _______.

Vul in in de tekst!
  • Collectieve
     goederen
  • Sociale zekerheid *
  • Privatisering *
  • Particuliere sector
  • Ambtenaar
  • Sociale premies
  • Nationaliseren *
  • Solidariteitsbeginsel

Slide 19 - Diapositive

Gatentekst
SOCIALE ZEKERHEID is het systeem van de overheid dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit gebeurd op basis van het SOLIDARITEITSBEGINSEL. Dit betekent dat degenen die meer verdienen meer betalen, zodat degenen die minder verdienen of kwetsbaarder zijn, ook kunnen rekenen op ondersteuning. COLLECTIEVE GOEDEREN zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. De collectieve sector en sociale zekerheid worden betaald van belastinggeld en SOCIALE PREMIES. Bedrijven en huishoudens die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de PARTICULIERE SECTOR. AMBTENAREN werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. Als de overheid taken aan de particuliere sector geeft noemen we dat PRIVATISERING. Andersom noemen we wat dat NATIONALISEREN.



Slide 20 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 27 van hoofdstuk 6.2 collectief en particulier op bladzijde 38 t/m 40.

Huiswerk

Slide 21 - Diapositive

Bedankt en fijne dag!

Slide 22 - Diapositive