Les2week5

Chapitre 3: Planète collège
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Chapitre 3: Planète collège

Slide 1 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui
  1. Contrôle: voca B + Franstalige landen
  2. Huiswerk bespreken (opdr 9 + 10 bz.104) + extra voca
  3. Uitleg kloktijd (extra) + oefenen
  4. Les devoirs 

Slide 2 - Diapositive

1. Quiz: voca B + Franstalige landen
Wat weet je nog? Heb je goed je woordjes geleerd?

Wat weet je over Frans en Franstalige landen?

Slide 3 - Diapositive

1. Vertaal: Le cours de dessin commence à dix heures.

Slide 4 - Question ouverte

2. Vertaal: Le prof d'anglais est sévère.

Slide 5 - Question ouverte

3. Vertaal: Je vais à l'école l'après-midi.

Slide 6 - Question ouverte

4. Vertaal: Sophie porte un sac à dos rose.

Slide 7 - Question ouverte

5. Noem 4 Franstalige landen

Slide 8 - Question ouverte

6. In welke continent bevinden zich de meeste Franstalige landen?

Slide 9 - Question ouverte

7. Vrai ou faux?
Frans is met Engels de enige taal die op alle continenten gesproken wordt.

Slide 10 - Question ouverte

2.Réponses devoirs (ex.6a et b, p.104)

Slide 11 - Diapositive

Extra voca
Kies de juiste vertaling (alle woorden zijn te vinden in je leestekst)

Slide 12 - Diapositive

Cette SEMAINE on n'a pas de vacances.
A
dag
B
maand
C
week
D
jaar

Slide 13 - Quiz

Les cours COMMENCENT à 8h30.
A
beginnen
B
gaan
C
komen
D
eindigen

Slide 14 - Quiz

Il rentre à la MAISON à 16 heures.
A
bus
B
fiets
C
huis
D
trein

Slide 15 - Quiz

Dethie a cours le samedi MATIN.
A
avond
B
ochtend
C
middag
D
s'nachts

Slide 16 - Quiz

Il déteste les maths, il préfère les LANGUES comme l'espagnol.
A
oefeningen
B
vakken
C
talen
D
examens

Slide 17 - Quiz

Il a un SAC A DOS bleu.
A
rugzak
B
gympen
C
uniform
D
etui

Slide 18 - Quiz

3. L'heure (kloktijd)
In het Frans, je zegt eerst het uur en daarna hoeveel minuten erbij komen of er vanaf moeten.


LET OP:
Il est une heure------ het is een uur
Il est midi  ------------ het is 12 uur 's middags
Il est minuit----------het is 12 uur 's nachts
Il est midi et demi----het is half een

Slide 19 - Diapositive

3. L'heure (kloktijd)
Maak opdr 12b bz.109

Maak de volgende opdracht, zeg wat de tijd is in het Frans:

1. Het is 15.00
2. Het is 9.30
3. Het is 11.15
4. Het is 00.00
5.Het is 13.30

Slide 20 - Diapositive

4. Les devoirs (lundi 8 février, 2eu)
• Voca B leren (bz.130) + kloktijden (bz.108)

Slide 21 - Diapositive