2D_ch.3_13-3-2018

Welcome to English class
Books/laptop on your table
bag on the floor
phone in your bag
13 March 2018
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to English class
Books/laptop on your table
bag on the floor
phone in your bag
13 March 2018

Slide 1 - Diapositive

Reminder
* Morgen proefwerk chapter 3
* Presentatie Jasmijn donderdag 15 maart
* Gijs/Myrthe - geen opdracht ontvangen (nieuwsbericht)
* Strafwerk: Tom, Myron, Colin, Skyler, Gijs, Kylian




Slide 2 - Diapositive

Deze les
1. We gaan het luisterdeel van het proefwerk maken
2. We gaan de grammatica van ch.3 oefenen met lessonUp

Klaar?
Open je laptop en ga naar lessonUp

Slide 3 - Diapositive

Grammatica ch. 3
Present perfect

1. Hoe maak je de present perfect?
2. Hoe maak je het voltooid deelwoord van een regelmatig ww?
3. En van een onregelmatig ww? Welke moet je kennen?

Slide 4 - Diapositive

Maak de present perfect:
We ...... (wait) for hours.
A
waited
B
has waited
C
have waited

Slide 5 - Quiz

Maak de present perfect:
Bob ...... (not see) him since 2015.
A
have not seen
B
has not seen
C
not has seen

Slide 6 - Quiz

Maak de present perfect:
They .... (live) here since last summer.
A
has lived
B
have lived
C
have living

Slide 7 - Quiz

Grammar ch.3
Woordvolgorde - plaats en tijd

plaats en tijd -> achteraan in de zin

PVT - plaats voor tijd

Slide 8 - Diapositive

Grammar p.89
who - verwijst altijd naar personen
The girl who is standing next to my sister

which - verwijst altijd naar dingen
The book which I forgot to bring

that - zowel voor dingen en personen - MAAR: 

Slide 9 - Diapositive

Maak de zin af:
We watched a film....
A
last night at Sam's house
B
at Sam's house last night

Slide 10 - Quiz

Maak de zin af:
It rained .....
A
in London yesterday
B
yesterday in London

Slide 11 - Quiz

Grammar ch.3
who, which, that
who - verwijst naar een persoon
which - verwijst naar een ding/gebeurtenis
that - verwijst naar zowel personen als dingen

Let op: that komt nooit achter een komma
The event, which was organised last week, was a big succes.

Slide 12 - Diapositive

That's the girl..... organised the event.
A
who
B
which

Slide 13 - Quiz

This is the picture .... he took last night.
A
who
B
that

Slide 14 - Quiz

The game, .... was on TV, was very exciting.
A
which
B
that

Slide 15 - Quiz

I admire people ..... climb the Mount Everest.
A
who
B
which

Slide 16 - Quiz

That's the best film .... I have ever seen.
A
who
B
which

Slide 17 - Quiz

Study time
Nog vragen over het proefwerk??


De resterende tijd van de les besteed je aan het leren van de woordjes in quizlet/stil uit je boek - dus zonder overleg







Slide 18 - Diapositive

Next time
Huiswerk: 
leren grammar p.77
maken 15 en 16



Slide 19 - Diapositive