Paragraaf 10.5: Genregulatie

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?

  • Herhaling paragraaf 10.4

  • Paragraaf 10.5: Genregulatie 

  • Zelfstandig werken aan paragraaf 10.5

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invulopdracht
1. Het doel van ..... is het maken van (pre)mRNA. Dit proces vindt plaats in ..... door .....
2. Het doel van .... is het vertalen van mRNA naar ..... Dit vindt plaats in .... door .....

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan er binden aan de promotor?
A
DNA-polymerase
B
RNA-polymerase
C
Transcriptiefactoren

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Genen kunnen worden aan- en uitgezet. 
Wanneer een gen aanstaat, kan door transcriptie mRNA ontstaan en door translatie een eiwit. 
Genexpressie
Genregulatie
Regulatorgenen
Afhankelijk van milieufactoren (en soms functie v/d cel)

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 10.5: Genregulatie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genregulatie vs Genexpressie
Genregulatie: het aan/uitzetten van een gen
Genexpressie: 
               - als gen 'aan': transcriptie en translatie treden op
               - hangt af van milieufactoren (pr + eu) en celfunctie (eu) 
               - rol van regulatorgenen die coderen voor een repressor (pr) of transcriptiefactoren (eu) 

(eu)= eukaryoot
(pr)= prokaryoot
(eu)= eukaryoot

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genregulatie prokaryoten
  • Structuurgenen = genen die informatie bevatten voor het vormen van RNA of eiwit.
  • Operon = deel van DNA dat alle genen bevat die de vorming van een eiwit reguleren (promotor + operator + z, y en a genen) 
  • Repressors = (regulerende eiwitten) remmen of stoppen genexpressie door binding aan operator 
         - Inactivatie of activatie door binding

Slide 9 - Diapositive

- Structuurgenen die samen een functie uitvoeren liggen achter een gezamelijke promotor 

Hoe kan een prokaryoot genexpressie van een operon regularen?
- Regulatorgenen coderen voor regulerende eiwitten = Repressors 
1

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Genregulatie eukaryoten
Hoe kan dit?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celdelingen 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celdifferentiatie 
  • Vorming van gespecialiseerde cellen uit ongespecialiseerde stamcellen.  
  • Genexpressie in stamcellen is afhankelijk van:
        - Locatie stamcellen in embryo
        - Ontwikkelingsfase embryo 
Tijdens embryonale ontwikkeling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Geprogrameerde celdood
  • Cel afbraak door enzymen 
  • Vorming handen & voeten
Apoptose 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genregulatie eukaryoten (volwassen)
  • Afhankelijk van functie cel en omstandigheden 
  • Hoe? 
        1. Wel of niet plaatsvinden van RNA-transcriptie!
       - Door transcriptiefactoren (repressors of activators)

- Activators binden aan enhancers (speciale DNA-sepquenties)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen overeenkomst tussen genregulatie van eukaryoten en prokaryoten?
A
Beide maken gebruik van RNA-polymerase
B
Beide maken gebruik van een promotor
C
Beide maken gebruik van transcriptiefactoren
D
Beide maken gebruik van een repressor

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epigenetica
  • Vakgebied dat de invloed bestudeert van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genexpressie 
  • Genexpressie kan worden beïnvloed door wijzigingen in chromatine (DNA + eiwitten) zonder dat de nucleotidevolgorde wordt veranderd.


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld Epigenetica
"In 1953 eindigde de Britse rantsoenering van suiker. Wie daarna verwekt werd is nu minder gezond" 

Beperkte suikerinname aan het allereerste begin van het leven beschermt mensen op latere leeftijd tegen diabetes en een hoge bloeddruk. (Nieuwsbron: NRC & RTL, Wetenschappelijke bron: Science)

Lees het artikel: https://www.nrc.nl/nieuws/2024/10/31/in-1953-werd-suiker-weer-vrij-verkrijgbaar-britten-die-daarna-verwekt-werden-zijn-nu-minder-gezond-a4871366

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld Epigenetica
"Tientallen jaren later heeft die winter vol honger nog steeds gevolgen voor mannen en vrouwen die toen in de buik van hun moeder zaten."

Deze baby's hebben op volwassen leeftijd meer last van hart- en vaatziekten, hoger cholesterol, zijn vaker te zwaar, hebben een slechtere suikerhuishouding en nierfunctie en een hoger risico op depressie. Ook eten zij vaker een dieet dat hoog is in vetgehalte en ervaren zij hun eigen gezondheid slechter. (Nieuwsbron: Volkskrant, Wetenschappelijke bron: AMC)

Lees op Nemo het artikel: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/een-gezonde-toekomst-begint-al-voor-de-geboorte/

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind genregulatie nog meer plaats? (eu)
  1. Het wel of niet plaatsvinden van RNA-transcriptie!
  2. DNA in nucleosomen compact maken door het steviger (of losser) binden van DNA door histoneiwitten 
  3. RNA-interferentie (RNAi) 
  4. DNA-methylering

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RNAi
  • Doel: Genregulatie door het remmen van genexpressie 
  • Door: Het afbreken of blokkeren van mRNA --> voorkomt translatie
  • Met: micro-RNA (miRNA)
         
        

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar beïnvloedt RNAi die eiwitsynthese?
A
Na translatie
B
Voor replicatie
C
Voor transcriptie
D
Na transcriptie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Genregulatie
-Methylering: toegevoegd molecuul op delen van DNA.
-Zorgen voor wel of niet aflezen gen.
-Ook versterking of zelfs blokkering mogelijk.(enhancing en silencing).

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methylering DNA




Methylering (toevoeging van een -CH3 groep) van de Cytosine-base bij de promotor (aanhechtingsplaats van RNA polymerase) voorkomt de transciptie

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methylering DNA




Methylering van Cytosine wordt beïnvloed door invloeden van buitenaf (stress/ eetpatroon). 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methylering DNA





Methylering van Cytosine wordt bij de DNA replicatie meegenomen dus erft het kind het mythileringspatroon van de ouders -> eigenschappen van een kind zijn deels beinvloed door de milieufactoren van de ouders. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handige links
  • NG biologie genregulatie bij prokaryoten https://youtu.be/TXtKOKtRBgQ?feature=shared
  • NG biologie genregulatie bij eukaryoten https://youtu.be/xUFg2993zFM?feature=shared
  • EXTRA artikel Nemo, Reset je cellen: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/reset-je-cellen/

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
 

VWO: 
Paragraaf 10.5: Opdrachten 58 t/m 70


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions