Klas 2 vmbo - t
1 / 15
La durée de la leçon est: 8 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Benoem het woordje 'derde'
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
Slide 3 - Quiz
De jongen geeft de hond een bot. Benoem 'een bot' (pv, wwg, ow, lv, mv, bwb)
Slide 4 - Question ouverte
Het meisje geeft de stoel aan haar vriendin. Benoem 'de stoel' (pv, wwg, ow, lv, mv, bwb)
Slide 5 - Question ouverte
Benoem het bijvoeglijk naamwoord.
De aardige jongen loopt naar huis.
De aardige jongen loopt naar huis.
Slide 6 - Question ouverte
(Maaien) Het gras is gisteren ......
Slide 7 - Question ouverte
(Dansen) Ik heb gisteravond in de feesttent .....
Slide 8 - Question ouverte
Noteer 2 signaalwoorden van het verband 'tegenstelling'
Slide 9 - Question ouverte
Noteer 2 signaalwoorden van het verband 'opsomming'
Slide 10 - Question ouverte
De jongen gaat naar de kapper, want zijn haar is te lang. Noteer signaalwoord + verband
Slide 11 - Question ouverte
Wat betekent essentieel?
Slide 12 - Question ouverte
Wat betekent tevergeefs?
Slide 13 - Question ouverte
Wat betekent complex?
