Landbouwhuisdieren en dierentuindieren

Landbouwhuisdieren en dierentuindieren
Voeding, voeren
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Landbouwhuisdieren en dierentuindieren
Voeding, voeren

Slide 1 - Diapositive

Test je kennis
Je test je kennis welke is opgedaan in de lessen basis voeding voor dierverzorging.

Slide 2 - Diapositive

Log in
Doe mee met de test

Slide 3 - Diapositive

Koeien zijn:
A
omnivoren
B
herbivoren
C
herkauwers
D
carnivoren

Slide 4 - Quiz

Kippen zijn:
A
omnivoren
B
herbivoren
C
herkauwers
D
carnivoren

Slide 5 - Quiz

Hoe kunnen we herkauwers herkennen:

Slide 6 - Question ouverte

Natuurlijk voedsel gedrag van een varken is:
A
wroeten
B
grazen
C
varken eet alleen vlees
D
eet alleen zaden

Slide 7 - Quiz

Hooi is:
A
ruwvoer
B
krachtvoer
C
ruwvoer en krachtvoer
D
licht verteerbaar

Slide 8 - Quiz

Waarom maken we een rantsoenberekening voor onze dieren?
A
voorraadbeheer
B
dier voldoende en juiste voedingsstoffen geven
C
voldoende voer te geven
D
voldoende voer en voorraadbeheer

Slide 9 - Quiz

Eiwitten zijn opgebouwd uit?
A
koolhydraten
B
suikers
C
vetten
D
aminozuren

Slide 10 - Quiz

Wat bedoelen we met darmperistaltiek?

Slide 11 - Question ouverte

kenmerk carnivoor

Slide 12 - Carte mentale

Noem 3 kenmerken van een dier welke is uitgedroogd.

Slide 13 - Question ouverte

Wat moet je doen als dierverzorger wanneer je dier onvoldoende vocht binnen krijgt?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe moeten we voer (brokjes) op de juiste manier bewaren

Slide 15 - Question ouverte

Wat verstaan we onder voedselhygiëne?

Slide 16 - Question ouverte

Waarom is voedselhygiëne belangrijk bij voeren?

Slide 17 - Question ouverte

Welke ziekten ken je bij een foute voeding?

Slide 18 - Question ouverte

Terug naar de pp

Slide 19 - Diapositive