Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De landeigenaar krijgt geld van de gebruiker van zijn land De landeigenaar krijgt geld uit
A
arbeid, namelijk huur
B
bezit, namelijk huur
C
arbeid, namelijk pacht
D
bezit, pacht
Slide 2 - Quiz
Bekijk de lorenzcurve in de bron. Hoeveel procent van het nationaal inkomen wordt verdiend door de rijkste 20% van de huishoudens?
A
+/- 20%
B
+/- 30%
C
+/- 40%
D
+/- 50%
Slide 3 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat is het modale inkomen?
A
€1000
B
€2250
C
€1750
Slide 4 - Quiz
Gebruik de tabel. Martin is ingedeeld in loonschaal 8 en staat op trede 5. Hij heeft een volledige baan. Hij krijgt 8% vakantiegeld over zijn jaarsalaris.
Bereken hoeveel vakantiegeld Martin krijgt.
A
€170,72
B
€214,72
C
€2048,64
D
€2576,64
Slide 5 - Quiz
Wat is geen overdrachtsinkomen?
A
Huurtoeslag
B
Zorgtoeslag
C
Loon
D
Bijstand
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het begrip budgetteren?
Kies uit onderstaande mogelijkheden:
A
het bewaken van de uitgaven
B
het bezuinigen op de uitgaven
C
het bijhouden van de inkomsten
D
het op elkaar afstemmen van de inkomsten en uitgaven