Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
6.1 Produceren maar!
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
1. Aan het einde van les ken ik de vier productiefactoren met de bijbehorende beloningen.
2. Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief.
3. Aan het einde van de les kan ik de afschrijving berekenen.
Slide 2 - Diapositive
Productiefactoren
Om een stoel te kunnen maken, heb je een aantal "dingen" nodig. Deze dingen noemen we ook wel productiefactoren. We onderscheiden vier verschillende productiefactoren, namelijk:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Slide 3 - Diapositive
Productiefactoren en beloningen
Tegenover de productiefactoren staat ook een beloning.
Bij kapitaal is dat huur óf rente
Bij arbeid is dat loon
Bij natuur is dat pacht
Bij ondernemerschap is dat (hopelijk) winst
Slide 4 - Diapositive
Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor kapitaal is huur of rente.
Als je een gebouw bezit, kun je dan verhuren. Je ontvangt dan dus huur als beloning.
Als je geld leent om bijvoorbeeld machines te kopen, dan is er sprake van rente.
Slide 5 - Diapositive
Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor arbeid is loon.
Je ontvangt loon (salaris) als je voor een baas werkt. Daarom is loon ook de beloning voor de productiefactor arbeid.
Slide 6 - Diapositive
Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor natuur is pacht.
Pacht is een beloning voor het verhuren van een stuk grond.
Slide 7 - Diapositive
Productiefactoren en beloningen
De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is winst.
Als ondernemer krijg jij de omzet min de kosten (zoals de inkoop, loon, stroom) uitgekeerd. Als dit een positief getal is, dan spreken we van winst.
Slide 8 - Diapositive
Productiefactoren = de middelen die je nodig hebt om iets te produceren.
Productiefactor
Beloning
Kapitaal (machines, gebouwen, voertuigen)
Rente + huur
Arbeid (alles wat mensen bij de productie doen)
Loon
Natuur (grond, bomen, grondstoffen, aardolie)
Pacht
Ondernemerschap (alles wat de ondernemer organiseert)
Winst
Slide 9 - Diapositive
Bedrijfskolom
Slide 10 - Diapositive
Mensen of machines?
Arbeidsintensief --> Meer mensen dan machines.
Kapitaalintensief --> Meer machines dan mensen.
Slide 11 - Diapositive
Afschrijvingskosten
Afschrijving is de jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen.
Als een auto ouder wordt, wordt de auto minder waard.
Dit heet afschrijving op de auto.
Slide 12 - Diapositive
Afschrijving
Formule:
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Wat betekenen nou die begrippen?
Slide 13 - Diapositive
Opdrachten
Plusopdrachten of paragraafopdrachten verschilt per leerling!
Opdrachten: 2,4,5,6,8,10,11,12,13
Klaar? Nakijken en ga verder met 6.2: 2,3,4,5,6,7,8,10,11
Slide 14 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen
1. Aan het einde van les ken ik de vier productiefactoren met de bijbehorende beloningen.
2. Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief.
3. Aan het einde van de les kan ik de afschrijving berekenen.