toets ww.spelling

Oefentoets werkwoordspelling
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Hij (proberen tt) het echt wel maar het lukt niet.
A
probeert
B
probeerde
C
probeerd
D
probeerdt

Slide 2 - Quiz

Het vliegtuig (landen vt) op Schiphol.
A
landt
B
landde
C
lande
D
landen

Slide 3 - Quiz

We hebben haar naar het ziekenhuis (vervoeren vd).

Slide 4 - Question ouverte

Gijs heeft een zware tijd (hebben vd).

Slide 5 - Question ouverte

Mijn tante (verbazen vt) zich over mijn komst.
A
verbaast
B
verbaasde
C
verbaazde
D
verbaasdde

Slide 6 - Quiz

Ik heb me daar nog zo op
(verheugen vd).

Slide 7 - Question ouverte

Ik (surfen vt) op de golven en brak mijn teen.

Slide 8 - Question ouverte

M’n zusje heeft eindelijk eens niet (zeuren vd).
A
gezeurt
B
gezeurd
C
gezeurdt
D
gezuerd

Slide 9 - Quiz

Wij hebben heerlijk (surfen vd).

Slide 10 - Question ouverte

Ik (vermoeden vt) dat we in de problemen zaten.

Slide 11 - Question ouverte

Je hebt dat (beloven vd)!

Slide 12 - Question ouverte

Na de overtreding (bloeden vt) ik aan mijn been.

Slide 13 - Question ouverte

Wij hebben vroeger ook in Sinterklaas (geloven vd).

Slide 14 - Question ouverte

Ik (besteden vt) te veel tijd aan mijn computer.

Slide 15 - Question ouverte

Dat heeft hij nog nooit (durven vd).

Slide 16 - Question ouverte

De leraar (vermoeden tt) dat het van internet komt.

Slide 17 - Question ouverte

Pieter (snijden tt) de worteltjes in kleine stukjes.

Slide 18 - Question ouverte

Mijn kleine neefje (geloven tt) in Sinterklaas.

Slide 19 - Question ouverte

De ministers van Frankrijk (landen vt) gisteren op Schiphol.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive